-
21 acrostic
adj. acrostiek, gebaseerd op een acrostichon (waarin de eerste of laatste letters een woord of zin vormen)--------n. acrostichon (gedicht waarin de eerste of laatste letters een woord of gezegde vormen)[ əkrostik] -
22 anagram
-
23 archaism
n. archaisme (verouderd woord; verouderde gewoonte)[ a:keeizm] -
24 blend
n. mengsel; (grammatica) portmanteau-woord (woord gevormd door samenvoegen van twee woorden, bv. brunch (breakfast + lunch))--------v. (zich) vermengen, harmoniërenblend1[ blend] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————blend21 zich vermengen ⇒ een harmonieus geheel vormen, bij elkaar passen♦voorbeelden:this building blends into the landscape • dit gebouw vormt één geheel met het landschapII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 mengen ⇒ combineren, in elkaar doen overlopen♦voorbeelden:1 now blend the eggs with the butter and sugar • meng/roer nu de eieren door de boter en suiker -
25 break one's word
-
26 call on
v. op bezoek gaan; rekenen op; iemand een antwoord vragen in de klas (als in "Mijn lerares rekent altijd op me in de klas omdat ze denkt dat ik altijd het antwoord weet)call on, call upon1 (even) langsgaan/komen bij ⇒ (kort) bezoeken2 uitnodigen ⇒ (dringend) vragen, verzoeken♦voorbeelden:3 I feel called (up)on to … • ik voel me genoodzaakt om …, ik acht het mijn plicht om … -
27 coinage
n. aanmunting; munten; muntwezen; maken v. e. nieuw woord; nieuw gevormd woord[ kojnidzj]1 aanmunting ⇒ het munten, het geldslaan3 munten -
28 expression
n. uitdrukking, blik, gezegde; woord; (hoeveelheids) uitdrukking; (genetica) de mate waarin genetische eigenschappen in cellen uitwendig zichtbaar zijn[ ikspresjn]♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 these ideas find expression in his last novel • deze ideeën komen tot uitdrukking in zijn laatste romanthat's beyond/past expression • daar zijn geen woorden voor2 she laid so much expression in her performance • ze legde zoveel gevoelsuitdrukking in haar uitvoering -
29 hangman
n. spel waaarbij gebruik gemaakt wordt van papier en pen en dat wordt gespeeld door twee spelers waarbij een van de spelers de letters van een woord door de andere speler uitgekozen moet raden om zo het woord te raden1 beul -
30 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
31 homophone
n. homofoon (woord gelijk in uitspraak van ander woord maar wordt anders geschreven)[ homməfoon]1 homofoon -
32 jawbreaker
-
33 liaison
n. liaison, communicatie, contact; iemand die contact houdt; (kortstondige) verhouding; verbinding; samenzwering; onwettelijke liefdesaffaire; (in Franse grammatica) grammaticale omstandigheid waarin een gewoonlijk stille ker aan het einde van een woord uitgesproken wordt aan het begin van een woord dat daarop volgt[ lie▪eezn] -
34 like
adj. gelijken, gelijkenis; lijkt op; in de vorm van-; alsof (aan het einde van het woord)--------adv. ongeveer; zo'n, zo een--------conj. zoals--------n. gelijke, weerga; neiging; voorliefde; soort--------prep. als; zoals; lijkend op; overeenkomstig--------v. houden van; aardig vinden; willenlike1[ lajk]♦voorbeelden:I've never seen/heard the like • zo iets heb ik nog nooit meegemaakt/gehoordII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————like2♦voorbeelden:like quantities • gelijksoortige grootheden————————like3♦voorbeelden:if you like • zo u wilt, als je wiltII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden van ⇒ (prettig) vinden, (graag) willen♦voorbeelden:1 I'd like a beer • mag ik een pilsje?I like fish • ik hou van viswould you like a cup of tea? • wilt u een kopje thee?I don't like asking him • ik vraag het hem niet graagI'd like to do that • dat zou ik best willenhe likes fishing • hij vist graag〈 ironisch〉 I like that! • mooi is dat!how do you like my new car? • wat vind je van mijn nieuwe auto?how do you like your egg? • hoe wilt u uw ei?how do you like that! • wat zeg je me daarvan!————————like42 〈 voornamelijk aan het eind van de zin, om een onuitgesproken implicatie van de opmerking daarvoor te corrigeren of af te zwakken, in het laatste geval vaak gevolgd door but〉 hoor ⇒ wel4 〈 om aan te geven dat men moeite heeft om iets precies te omschrijven, of om het geschikte woord te vinden〉 nou ⇒ zoiets als♦voorbeelden:and then this guy came up to the counter like, and, like, hit the salesgirl right in the face • en toen kwam een kerel op de toonbank af, weet je, en, nou, sloeg de verkoopster recht in haar gezicht2 Liverpool were good yesterday. Not that I, like, saw the game, like • Liverpool heeft gisteren goed gespeeld. Niet dat ik nou de match gezien heb, hoorI wouldn't mind, like, it's just that/but I prefer not to • ik zou het best wel leuk vinden hoor, alleen/maar ik doe het liever niet3 ‘did you see John at the party?’ ‘no, was he there, like?’ • ‘heb je John op het feest gezien?’ ‘nee, was hij er dan?’4 it was … like … strange, you know • het was … nou … raar, weet jehe had … like … a hat on • hij had zoiets als een hoed op————————like5〈 voorzetsel〉1 als ⇒ zoals, gelijk aan♦voorbeelden:it is like John to forget it • typisch voor John om het te vergetenit looks like rain • er is regen op komstit looks like a good walk • het belooft een fe wandeling te wordenit's not like her • het is haar stijl nietI never saw anything like it • ik heb nog nooit zoiets meegemaaktlike that • zo, op die wijzejust like that • zo maar (even)he is like that • zo is hij nu eenmaalwhat is he like? • wat voor iemand is hij?what's it like outside? • wat voor weer is het?more like ten pounds than nine • eerder tien pond dan negenher hobbies, like reading and writing • haar hobby's, zoals lezen en schrijventhat's more like it • dat begint er op te lijkenthere's nothing like a holiday • er gaat niets boven een vakantiesomething like five days • om en nabij vijf dagenthis is something like a car • dit is nog eens een autobe like that with • op goede voet staan met————————like6〈 voegwoord〉♦voorbeelden:he left early like usual • hij vertrok vroeg zoals gewoonlijkI want a dress like Mary has • ik wil zo'n jurk als Mary heeftit was like in the old days • het was zoals vroeger -
35 man of his word
-
36 monosyllable
-
37 nonce word
-
38 papoose
n. indiaans woord voor baby; rugzak waarin baby wordt gedragen[ pəpoe:s] -
39 say-so
say-so♦voorbeelden:1 why should he believe you on your say-so? • waarom zou hij je op je woord geloven? -
40 season
n. getijde; periode; tijd; seizoen--------v. toebereiden, kruiden, smakelijk maken; rijp laten worden, (goed) laten drogen; temperen; gewennen; konfijten; rijp worden, drogenseason1[ sie:zn] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 geschikte/drukke tijd ⇒ seizoen; jachtseizoen; vakantieperiode; bronsttijd♦voorbeelden:rainy season • regentijdcome into season • aanwezig/te koop zijn 〈 van seizoenproducten〉cherries are in season • het is kersentijdthe mare is in season • de merrie is bronstigin and out of season • te pas en te onpasstrawberries are out of season • het is nu geen aardbeientijd————————season2〈 werkwoord〉3 laten liggen/drogen 〈 hout〉♦voorbeelden:2 seasoned troops • doorgewinterde/geharde troepen3 seasoned timber • belegen/droog hout4 let mercy season justice! • laat medelijden gerechtigheid milderen!
См. также в других словарях:
woord — woord, woorld, woory(e etc., obs. ff. word, world, worry v., etc … Useful english dictionary
Woord — Wort, Wörter … Hunsrückisch-Hochdeutsch
woord — wortu … Woordenlijst Sranan
Haus Woord — in Bocholt Das Haus Woord in Bocholt wurde zwischen 1792 und 1795 im klassizistischen Stil von Amtsrentmeister Josef von Raesfeld erbaut, dessen Nachfahre Bernhard von Raesfeld es 1827 an den Bocholter Textilfabrikanten Ludwig Schwartz verkaufte … Deutsch Wikipedia
Arkprijs van het Vrije Woord — The Arkprijs van het Vrije Woord (E: Ark Prize of the Free Word) is a symbolic award which was created in 1951 by Herman Teirlinck and the editorial team of the Nieuw Vlaams Tijdschrift to counteract ideologically driven restrictions on the… … Wikipedia
Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld — (Persönlichkeiten im Königreich der Niederlande in Wort und Bild) ist ein niederländisches Personenlexikon, das 1938 im Amsterdamer Verlag Van Holkema Warendorf erschien. Es beinhaltet auf fast 1.750 Seiten etwa 6.000 Porträts zeitgenössischer… … Deutsch Wikipedia
woorld — woord, woorld, woory(e etc., obs. ff. word, world, worry v., etc … Useful english dictionary
woory — woord, woorld, woory(e etc., obs. ff. word, world, worry v., etc … Useful english dictionary
woorye — woord, woorld, woory(e etc., obs. ff. word, world, worry v., etc … Useful english dictionary
Wort — 1. A guids Woat pfint a guids Oat. (Steiermark.) – Firmenich, II, 767, 73. 2. A güt Wort bringt a güte Äntver (Antwort). (Warschau. Jüd. deutsch.) Freundliches Entgegenkommen gewinnt die Herzen. 3. Allen Worten ist nicht zu glauben. – Henisch,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
't Mariacransken — ’t Mariacranske(n)[1] est une chambre de rhétorique, constituée à Bruxelles en 1507. Sommaire 1 Historique 1.1 1507 1585 : Fondation et époque de la réforme protestante … Wikipédia en Français