-
21 Rubicon
n. Rubicon (rivier in Noord -Italië, waarvan het oversteken van invloedrijke betekenis is)[ roe:bikkən, -kon]1 Rubicon♦voorbeelden: -
22 air
n. lucht; wind; sfeer; gevoelsuitdrukking; van muziekspelen--------v. luchten; waaienair1[ eə]1 voorkomen ⇒ sfeer, aanzicht♦voorbeelden:have an air of gentility/loneliness • een deftige/eenzame indruk maken2 airs and graces • aanstellerij, kouwe druktegive oneself/put on airs • zich aanstellen, indruk proberen te maken1 lucht ⇒ atmosfeer, dampkring2 lucht ⇒ luchtruim, hemel♦voorbeelden:get some (fresh) air • een frisse neus halenin the open air • in (de) open luchtthe plane has just taken the air • het vliegtuig is zojuist opgestegenby air • met het vliegtuig, per luchtpost3 be/go on the air • in de ether zijn/gaan, uitzenden, uitgezonden wordenthe prime minister went on the air • de eerste minister hield een radio/tv-toespraakover the air • per radiolive on air • van de lucht leven, nauwelijks iets etentread/walk on air • in de wolken/de zevende hemel zijnrumours are in the air • het gerucht doet de rondemy plans are still (up) in the air • mijn plannen staan nog niet vasthe was left in the air • hij werd in het ongewisse gelatenshe was up in the air about it • ze was er erg opgewonden door————————air21 drogen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bekendmaken ⇒ luchten, ventileren♦voorbeelden:3 air one's grievances/ideas • uiting geven aan zijn klachten/ideeën -
23 ante meridiem
a.m. (Latijns), voor de middag, in de morgenante meridiem (A.M.)[ - məriddiəm] 〈 verouderd in deze volle vorm, niet als afkorting a.m.〉1 voormiddags ⇒ 's morgens, 's ochtends -
24 antediluvian
adj. voor de zondvloed; verouderd[ - dilloe:viən]1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 van vóór de zondvloed ⇒ voorwereldlijk, antediluviaans; 〈 schertsend〉 ouderwets -
25 antiquated
-
26 archaic
adj. archaisch, ouderwets[ a:keeik] 〈 archaically〉1 archaïsch ⇒ verouderd, ouderwets♦voorbeelden: -
27 aught
pron. iets; deelaught, ought[ o:t] 〈 verouderd, behalve formeel〉♦voorbeelden:1 for aught I care! • voor mijn part, wat mij betreftfor aught I know • voor zover ik weet -
28 bawd
-
29 behold
v. zien, kijken♦voorbeelden: -
30 billet-doux
Liefdesbrief -
31 breast
n. borst--------v. het hoofd bieden aan-; weerstaan; worstelen tegen-breast1[ brest] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 borst ⇒ voorzijde, borststuk2 hart ⇒ boezem, gemoed♦voorbeelden:→ clean clean/————————breast2〈 werkwoord〉1 het hoofd bieden ⇒ weerstaan, (op) worstelen tegen -
32 camp
adj. verwijfd; homoseksueel; verouderd; belachelijk--------n. kamp--------v. kamperen; parkeren; in een kamp wonencamp1[ kæmp]♦voorbeelden:the socialist camp • het socialistische kampbreak (up)/strike camp • (zijn tenten) opbrekenpitch camp • zijn tenten opslaan2 kitsch♦voorbeelden:————————camp21 verwijfd ⇒ nichterig, precieus3 overdreven ⇒ theatraal, bizar♦voorbeelden:low camp • goedkoop, laag-bij-de-gronds————————camp31 kamperen ⇒ zijn kamp/tenten opslaan2 zich nichterig/overdreven gedragen♦voorbeelden:they camped out last night • ze hebben vannacht in de tent geslapenII 〈 overgankelijk werkwoord〉→ camp up camp up/ -
33 canst
-
34 chamber
-
35 charabanc
n. (uit Frans) voertuig dat veel passagiers vervoert; tourbus (Engels gebruik)charabanc, char-à-banc[ sjærəbæng] 〈verouderd; Brits-Engels〉 -
36 chasten
-
37 consumption
-
38 cruse
-
39 dame
-
40 damsel
n. jonge vrouw, jongedame; meisje, juffrouw[ dæmzl]
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
verouderd
Страницы