-
1 familiair
♦voorbeelden:1 een familiaire kerel • a friendly guy/chapfamiliair met iemand omgaan • be on intimate terms with someone -
2 familiair met iemand omgaan
familiair met iemand omgaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > familiair met iemand omgaan
-
3 familiair
adj. familiar, ordinary, common; skilled; close, intimate; well-known; informal -
4 doe niet zo familiair
doe niet zo familiairVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > doe niet zo familiair
См. также в других словарях:
Schwein — (s. ⇨ Ferkel und ⇨ Sau). 1. A muar Swin, a thanner Speelang. (Amrum.) – Haupt, VIII, 354, 52. Je mehr Schweine, desto dünnerer Spülicht. 2. A Schwein un a Kaufmann müssen ausgenommen sein, ehe mer sieht, was dran is. 3. Alle Schweine sind im… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon