-
1 tap water
tap water -
2 tap water
leidingwaterstadswater -
3 water tap
n. kraan, tapkraan, instrument dat de watervloed in pijpleiding controleert -
4 water tap
waterkraan -
5 on
adj. aan--------adv. verder; vooruit; vooruitgaan--------prep. op; aan; over; langson1[ on] 〈zelfstandig naamwoord; the〉————————on2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 aan de gang ⇒ gaande, te doen3 op 〈 toneel〉♦voorbeelden:what's on tonight? • wat is er vanavond te doen?, welke film draait er vanavond?, wat is er op tv vanavond?5 oil on to \\td16 • olie stijgt tot \\td16¶ I'm on! • okay, ik doe meeyour plan is not on • je plan(netje) gaat niet doorthe wedding is on • het huwelijk gaat dooryou're on • daar houd ik je aan!————————on3〈bijwoord; vaak predicatief〉1 in werking ⇒ aan, in functie4 〈plaats- of richtingaanduidend; ook figuurlijk〉op ⇒ tegen, aan, toe♦voorbeelden:what's going on? • wat is er aan de hand?have you anything on tonight? • heb je plannen voor vanavond?leave the light on • het licht aan latenput a record on • zet een plaat opturn the lights on • steek het licht aanput on your new dress • trek je nieuwe jurk aan3 five years on • vijf jaar na dato/latercome on! • schiet op!get a move on! • maak voort!go on! • ga maar door, toe!all clocks go on an hour tomorrow • morgennacht gaan alle klokken een uur vooruitthe circus is moving on • het circus trekt verderpass the news on • zeg het voortsend on • doorsturen, nazendenspeak on • door blijven pratenthey travelled on • ze reisden verderwalk on • doorlopenlater on • laterand so on • enzovoortwell on into the night • diep in de nachtwell on in years • op gevorderde leeftijd(talk) on and on • alsmaar door/zonder onderbreking (praten)on! • vooruit!from that moment on • vanaf dat ogenblikthey collided head on • ze botsten frontaalshe looked on • ze keek toe¶ on and off • af en toe, (zo) nu en dan————————on41 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ in, aan, bovenop5 over ⇒ met betrekking tot, aangaande, betreffende6 ten koste van ⇒ op kosten van, in het nadeel van♦voorbeelden:the sun revolves on its axis • de zon draait om haar aslive on bread and water • leven van water en broodride on a bus • met de bus gaanstand on the chair • op de stoel staanstay on course • koers houdena stain on her dress • een vlek op haar jurkthey marched on the enemy • ze marcheerden op de vijand affate smiled on Jill • het lot was Jill gunstig gezindshe hurt herself on the ledge • zij bezeerde zich aan de randpay off a sum on the loan • een som op de lening afbetalentravel on a plane • met het vliegtuig reizenwar on poverty • oorlog tegen de armoedeannounced on the radio • op de radio aangekondigdon the right road • op de juiste wega shop on the main street • een winkel in de hoofdstraatencounter trial upon trial • de ene beproeving na de andere doorstaanget on the train • instappenhang on the wall • aan de muur hangenI had no money on me • ik had geen geld op zaklean on a friend • steunen op een vriendon your right • aan de rechterkanta house on the river • een huis bij de rivierwinter is upon us • de winter staat voor de deurjust on sixty people • amper zestig mensenarrive on the hour • op het hele uur aankomenpay on receipt of the goods • betaal bij ontvangst van de goederenon the stroke of midnight • klokslag middernachtcome on Tuesday • kom dinsdagon opening the door • bij het openen van de deuron reading the letter she fainted • (net) toen ze de brief gelezen had, viel ze flauwbe on duty • dienst hebbenbe on fire • in brand staanon holiday • met vakantieon sick leave • met ziekteverlofbeer on tap • bier uit het vaton trial • op proefhave a monopoly on shoes • een monopolie hebben van schoenenagree on a solution • tot een akkoord komen over een oplossingthe joke was on Mary • de grap was ten koste van Maryhis work has nothing on Mary's • zijn werk haalt het niet bij dat van Maryshe has a year on her opponents in age • ze is een jaar ouder dan haar tegenkandidatenthe glass fell and broke on me • tot mijn ergernis viel het glas en brakthis round is on me • dit rondje is voor mij→ be on be on/
См. также в других словарях:
tap water — tap .water n [U] water that comes out of a ↑tap rather than a bottle … Dictionary of contemporary English
tap water — n. water taken directly from the tap, or faucet, as for drinking or cooking … English World dictionary
tap water — tap ,water noun uncount water that comes out of a FAUCET in a building … Usage of the words and phrases in modern English
Tap water — Indoor Tap commonly found in the bathroom or kitchen. This tap is a single handle, double spout tap (one spout for hot water, one spout for cold water). Tap water (running water, city water, municipal water, etc.) is a principal component of… … Wikipedia
tap water — noun water directly from the spigot • Hypernyms: ↑water, ↑H2O * * * noun [noncount] : water that comes through pipes from the public water system * * * ˈtap water [tap water] noun … Useful english dictionary
tap water — N UNCOUNT Tap water is the water that comes out of a tap in a building such as a house or a hotel. He never drinks tap water … English dictionary
tap water — /ˈtæp wɔtə/ (say tap wawtuh) noun the water which comes from a public water reservoir, often chlorinated to purify it and fluoridated for public dental health. Compare bottled water. Also, tapwater, tap water …
tap water — vandentiekio vanduo statusas T sritis ekologija ir aplinkotyra apibrėžtis Pagal tam tikrus reikalavimus apdorotas vanduo, tiekiamas į skirstomąjį tinklą arba švaraus vandens rezervuarą. atitikmenys: angl. faucet water; supply water; tap water vok … Ekologijos terminų aiškinamasis žodynas
tap water — tap′ wa ter n. water obtained via a plumbing system directly from a faucet or tap • Etymology: 1880–85 … From formal English to slang
tap water — water, obtained directly from a faucet or tap, that has not been purified, distilled, or otherwise treated. [1880 85] * * * … Universalium
tap water — noun Date: 1881 water as it comes from a tap (as in a home) … New Collegiate Dictionary