-
1 sheer
adj. ragfijn; kklaar; loodrecht; absoluut; puur; dun; doorzichtig--------adv. doorzichtig; in het geheel; absoluut--------n. uitwijking, afwijking--------v. uitwijkensheer11 dun ⇒ doorschijnend, transparant♦voorbeelden:1 sheer nylon • dun/doorzichtig nylonII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 volkomen ⇒ zuiver, je reinste♦voorbeelden:1 that's sheer nonsense • dat is kklare onzin!————————sheer2〈 werkwoord〉 〈 scheepvaart〉1 gieren ⇒ scherp uitwijken, zwenken♦voorbeelden:sheer away from • mijden————————sheer3〈 bijwoord〉2 compleet ⇒ regelrecht, volkomen -
2 sheer away from
sheer away from -
3 sheer nylon
dun/doorzichtig nylon -
4 sheer off
-
5 sheer horror
vreselijke verschrikking -
6 sheer idiocy
kklare onzin (domheid, idioterie) -
7 sheer nonsense
dom geklets, geklets zonder inhoud -
8 by sheer chance
-
9 it was sheer heaven
-
10 that's sheer nonsense
dat is kklare onzin! -
11 by
adv. door; bij; met--------pref. langs, voorbij; bij, vlakbij, naast--------prep. door; met, per; bijby12 nabij ⇒ dichtbij, in de buurt♦voorbeelden:he drove by in a red car • hij reed voorbij in een rode autoin years gone by • in vervlogen jaren2 be by • erbij/in de buurt zijnby and large • over 't algemeen————————by2[ baj] 〈 voorzetsel〉3 〈 tijd〉 tegen ⇒ vóór, niet later dan; 〈 bij uitbreiding〉 op, om 〈 bepaald tijdstip〉; in 〈 bepaald jaar〉5 〈 duidt een relatie van betrokkenheid, vergelijking aan〉 ten opzichte van ⇒ met betrekking tot, ten aanzien van, wat … betreft♦voorbeelden:North by East • noord ten oostenhe sat by the river • hij zat aan de kant van de riviera house by the sea • een huis aan zeesit by my side • kom naast mij zittenI keep it by me all the time • ik heb het altijd bij meby oneself • alleenhe went by the motorway • hij ging via de autowegtaught by radio • via de radio geleerdshe dropped by Sheila's • zij ging bij Sheila langsby 1980 it had become clear that … • (al) in 1980/zo tegen 1980 was het duidelijk geworden dat …by now • nu (al)two meters by fifty centimeters • twee meter bij vijftig centimeterby sheer chance • door zuiver toevalby force • met gewelddeceived by his friend • bedrogen door zijn vriendthey came by the hundreds • ze kwamen met honderdenhe missed by an inch • hij miste op een paar centimeterI can tell by your looks • ik kan het aan je (uiterlijk) zienknown by the name of Jack • bekend onder de naam Jackhe died by the sword • hij sneuvelde door het zwaarddivide four by two • deel vier door tweea daughter by his first wife • een dochter van zijn eerste vrouwhe began by tidying up • hij begon met op te ruimenI did it all by myself • ik heb het helemaal alleen gedaanpaid by the hour • per uur betaaldby profession • van beroepplay by the rules • volgens de regels spelenit's eight o'clock by my watch • het is acht uur op mijn horlogethat's fine by me • ik vind het/wat mij betreft is het goed/bestby day • overdagby night • 's nachtshe got worse by the hour • hij ging van uur tot uur achteruitlittle by little • beetje bij beetje -
12 heaven
n. hemel; paradijs[ hevn]♦voorbeelden:it was sheer heaven • het was zaligHeaven forbid! • de hemel verhoede het!Heaven only knows! • dat mag de hemel weten!thank heaven(s)! • de hemel zij dank!¶ Heavens above! • goeie hemel!, lieve help! -
13 which
adj. welke? van welke? naarwelke? inwelke?--------pron. welk, welkewhich1[ witsj]1 welke (ervan) ⇒ wie/wat♦voorbeelden:1 he could not decide which (of them) to choose • hij kon niet beslissen welke hij (ervan) moest kiezenhe could not tell which was which • hij kon ze niet uit elkaar houdenwhich of the girls hit Sarah? • wie van de meisjes heeft Sarah geslagen?1 die/dat ⇒ welke, wat2 wat ⇒ hetgeen, (iets) wat♦voorbeelden:1 that which she had seen thoroughly upset her • dat wat ze gezien had maakte haar helemaal overstuurthe clothes which you ordered • de kleren die je besteld hebt2 he said they were spying on him, which is sheer nonsense • hij zei dat ze hem bespioneerden, wat/hetgeen kklare onzin is————————which21 welk(e)♦voorbeelden:1 which colour do you prefer? • welke kleur vind je het mooist?1 welk(e)♦voorbeelden:1 she hated green, which colour reminded her of her school uniform • ze had een hekel aan groen, omdat die kleur haar aan haar schooluniform deed denken
См. также в других словарях:
Sheer — Sheer, n. 1. (Naut.) (a) The longitudinal upward curvature of the deck, gunwale, and lines of a vessel, as when viewed from the side. (b) The position of a vessel riding at single anchor and swinging clear of it. [1913 Webster] 2. A turn or… … The Collaborative International Dictionary of English
Sheer — Sheer, a. [OE. shere, skere, pure, bright, Icel. sk?rr; akin to sk[=i]rr, AS. sc[=i]r, OS. sk[=i]ri, MHG. sch[=i]r, G. schier, Dan. sk?r, Sw. sk[ a]r, Goth. skeirs clear, and E. shine. [root]157. See {Shine}, v. i.] 1. Bright; clear; pure;… … The Collaborative International Dictionary of English
Sheer — may refer to: *Sheer Music, a record label *Sheer curation, a lightweight approach to digital curation *Sheer (textile), for sheer textiles and fabrics *Sheer is a measure of longitudinal deck curvature in naval architecture.ee also*Shear *Shere… … Wikipedia
Sheer — Sheer, v. i. [imp. & p. p. {Sheered}; p. pr. & vb. n. {Sheering}.] [D. sheren to shear, cut, withdraw, warp. See {Shear}.] To decline or deviate from the line of the proper course; to turn aside; to swerve; as, a ship sheers from her course; a… … The Collaborative International Dictionary of English
sheer — sheer; sheer·ly; sheer·ness; tab·a·sheer; … English syllables
sheer — sheer1 [shir] vi. [var. of SHEAR, prob. infl. by Du or LowG scheren, to cut, deviate, warp away] to turn aside sharply from a course; swerve vt. to cause to sheer n. 1. a sudden change of course; abrupt turn; swerve 2. the oblique heading or… … English World dictionary
Sheer — ist der Familienname folgender Personen: Gordy Sheer (* 1971), US amerikanischer Rennrodler Ireen Sheer (* 1949), deutsch britische Schlagersängerin Siehe auch: Scheer Diese Seite ist eine Begriffsk … Deutsch Wikipedia
sheer — c.1200, exempt, free from guilt, later schiere thin, sparse (c.1400), from O.E. scir bright, clear, influenced by O.N. cognate scær bright, clean, pure, from P.Gmc. *skairijaz (Cf. O.S. skiri, O.Fris. skire, Ger. schier, Goth. skeirs clean, pure… … Etymology dictionary
sheer — [adj1] abrupt, steep arduous, erect, headlong, perpendicular, precipitate, precipitous, sideling, upright; concepts 490,581 Ant. moderate, slow sheer [adj2] utter, absolute altogether, arrant, blasted, blessed, complete, confounded, downright,… … New thesaurus
sheer — Ⅰ. sheer [1] ► ADJECTIVE 1) nothing but; absolute: sheer hard work. 2) (of a cliff, wall, etc.) perpendicular or nearly so. 3) (of a fabric) very thin. ► ADVERB ▪ perpendicularly. DERIVATIVES … English terms dictionary
Sheer — Sheer, adv. Clean; quite; at once. [Obs.] Milton. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English