-
61 of
prep. van; in; opof4 betreffende ⇒ over, van, met betrekking tot9 〈relatie individu-klasse; onvertaald〉♦voorbeelden:rob someone of his happiness • iemand van zijn geluk berovenupwards of an hour • meer dan een uurgo wide of the mark • ver naast het doel schietenwithin a month of their wedding • minder dan een maand voor/na hun huwelijkit fell within four inches of her • het viel geen tien centimeter van haar vandaanproduce of France • Frans productthat's too much to ask of Jane • dat is te veel van Jane gevraagdof necessity • uit noodzaakdie of shame • doodgaan van schaamteit tastes of sugar • het smaakt naar suikera dress of her own making • een zelfgemaakte jurkof itself • vanzelf, uit zichzelfthat's sweet of you • dat is lief van jea distance of 50 km • een afstand van 50 kma gown of silk • een zijden gewaadthey had a hard time of it • ze hebben het hard te verduren gehadthe truth of the story • de waarheid over dit verhaalquick of understanding • snel van begripa girl of infinite good humour • een meisje dat altijd goedgehumeurd isa child of six • een kind van zes jaarthe battle of Waterloo • de slag bij Waterloobe of importance/value • van belang/waarde zijn, belang/waarde hebben6 a book of May's • een boek van May, een van Mays boekenlook at that sweater of hers! • kijk eens naar die trui van d'r!love of nature • liefde voor de natuurin pursuit of success • op zoek naar succesnone of his friends • geen van zijn vriendenof all the impudence! • wat een brutaliteit!twenty years of marriage • twintig jaar huwelijkyou of all people! • uitgerekend/juist jij!five of us • vijf mensen van/uit onze groepthe Isle of Man • het eiland Manthe month of May • de maand mei -
62 old age with all its concomitant infirmities
English-Dutch dictionary > old age with all its concomitant infirmities
-
63 old
adj. oud; bejaard; oud (niet nieuw); antiek; van vroeger; op de leeftijd--------n. leeftijd--------n. ouderen, bejaardenold1[ oold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:heroes of old • helden uit het verleden————————old2〈older; ook elder, eldest〉1 oud ⇒ bejaard, antiek2 versleten ⇒ gebruikt, vervallen, afgedankt4 ervaren ⇒ bekwaam, gerijpt5 verouderd ⇒ ouderwets, in onbruik geraakt♦voorbeelden:1 old age • ouderdom, hoge leeftijd(not) make old bones • (niet) oud worden〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 old boy/girl • vadertje, moedertje, oudjeold gold • donker goud, bruingoud(en kleur)old maid • oude vrijsteras old as the hills • zo oud als de weg naar Romean old name • een gevestigde naamthe oldest profession • het oudste beroepan old retainer • een oude trouwe dienaar〈 spreekwoord〉 you cannot teach an old dog new tricks • oude beren dansen leren is zwepen verknoeien; oude honden leert men moeilijk pootje gevenyoung and old • jong en oud, iedereenthe old • de bejaarden, de ouderenan old hand at poaching • een doorgewinterde stroperan old offender • een recidivistold stager • oude rot, veteraan〈 spreekwoord〉 you cannot put old heads on young shoulders • grijze haren groeien op geen zotte bollenbe old in knavery • een doortrapte schurk zijnthe old guard/school • mensen van de oude stempel, traditionalistenhe worked like old boots • hij werkte berehard/steenharda chip off the old block • helemaal zijn/haar vader/moederOld Glory • nationale vlag van de USAold maid • oud wijfold moon • laatste kwartier van de maanmoney for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldold salt/sweat • zeerotcome/play the old soldier (over someone) • de baas spelen (over iemand) 〈op basis van grotere ervaring/vaardigheid〉〈 informeel〉 old woman • lastige/vitterige vrouw→ grand grand/II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 voormalig ⇒ vroeger, gewezen, ex-, oud-♦voorbeelden:the (same) old story • hetzelfde liedjeold stuff • oud nieuws, oude koekold Etonian • oud-leerling van Eton¶ 〈Brits-Engels; slang〉 old bean/cock/egg/fruit/stick/thing • ouwe/beste (jongen/meid)old boy/girl • oud-leerling(e) (van Engelse school)the old man • 〈 informeel〉 de ouwe 〈 ook scheepskapitein〉; de baas 〈 ook echtgenoot〉; mijn ouweheer/ouweold master • (schilderij van) oude meesterthe old sod • het vaderland〈 informeel〉 any old thing will do • alles is goed/bruikbaarthe Old World • de Oude Wereld, de oostelijke hemisfeer; 〈 Amerikaans-Engels〉(continentaal) Europa, de Oude Wereld〈 informeel〉 any old how • om het even hoe, hoe ook→ high high/ -
64 senescence
-
65 seniority
n. diensttijd; recht van de ouderen; anciënniteit; ouderdom[ sie:nie▪orrətie]♦voorbeelden: -
66 agedness
n. ouderdom, het op leeftijd zijn -
67 anile
adj. van ouderdom, met zwakke hersenen -
68 circulus
n. concentrische cirkel op schubben van vis (dat de ouderdom van de vis aangeeft) -
69 demential
adj. dement (geestelijk gestoord zijn door ouderdom of ziekte) -
70 eld
n. oude leeftijd, hoge leeftijd, oudheid; ouderdom; antiquiteit -
71 epact
n. verschil in dagen tussen maan- en zonnejaarmaand; ouderdom van maan aan begin van kalenderjaar (1 januari) -
72 geratic
adj. Van ouderdom -
73 gerontic
adj. van ouderdom; van verslapping, van verzwakking -
74 gerontotherapy
n. behandeling van ouderdom -
75 haleness
n. gezondheid (in geval van ouderdom) -
76 presbyacusia
n. Gebrekkig gehoor door ouderdom -
77 presbyopia
n. verziendheid (door ouderdom) -
78 presbyopic
adj. iemand die verziendheid is (door ouderdom) -
79 stratigraphic
adj. stratigrafisch (in geologie-van scheiden van lagen van aardkorst en bepaling van ouderdom) -
80 stricken in years
verzwakt door ouderdom
См. также в других словарях:
Alter (das) — 1. Alter, Amt und Frauen soll man ehren. 2. Alter bedarf Geld und Gutthat. 3. Alter erfährt alle Tage etwas Neues. Nämlich neues Uebel. 4. Alter geht vor, sagte der Rekrut zum Veteranen, da ging s zum Sturme. 5. Alter hat das Vorgehen. 6. Alter… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Jugend — 1. Alt Jugend der gewiss todt. – Gruter, I, 4; Petri, I, 11; Latendorf II, 6. 2. An der Jugend ist alles lieblich. Lat.: Pueritia semper amabilis. (Seybold, 464.) 3. Auf die Jugend ist kein Verlass, sie will heut dies und morgen das. Abraham a… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Rhijnvis Feith — Rhijnvis Feith, poète néerlandais, né à Zwolle, (7 février 1753 8 février 1824). Il fut avec Willem Bilderdijk le restaurateur de la poésie en Hollande. Il était bourgmestre de sa ville natale, et receveur de l Amiraut … Wikipédia en Français
Фейт, Рейнвис — Рейнвис Фейт Rhijnvis Feith … Википедия
Рейнвис Фейт — Rhijnvis Feith писатель, драматург Дата рождения: 7 февраля 1753 … Википедия
Фейт Рейнвис — Рейнвис Фейт Rhijnvis Feith писатель, драматург Дата рождения: 7 февраля 1753 … Википедия
Utrecht — For other uses, see Utrecht (disambiguation). Utrecht Municipality Oudegracht … Wikipedia
Johann van Beethoven — Johann van Beethoven[1][2] (14 November 1740 – 18 December 1792) was a German musician, teacher, and singer who sang in the chapel of the Archbishop of Cologne, whose court was at Bonn. He is best know … Wikipedia
Jacob Cats — (November 10, 1577, Brouwershaven (Zeeland) September 12, 1660, the Hague) was a Dutch poet, humorist, jurist and politician.Having lost his mother at an early age, and being adopted with his three brothers by an uncle, Cats was sent to school at … Wikipedia
Afrikaans — Gesprochen in Sudafrika Südafrika Namibia … Deutsch Wikipedia
Falscher Freund — Als falschen Freund bezeichnet man ein Paar aus einem fremdsprachigen Wort und einem Wort der Muttersprache, das sich in Schrift oder Aussprache ähnelt, jedoch in der Bedeutung deutlich unterscheidet. Falsche Freunde gehören zu den… … Deutsch Wikipedia