-
21 inclose
-
22 include
v. incluseren; inhouden[ inkloe:d]1 omvatten ⇒ bevatten, insluiten2 (mede) opnemen ⇒ bij/toevoegen♦voorbeelden:〈informeel; schertsend〉 include out • uitsluiten, niet meerekenen -
23 seal in
seal in -
24 seal
n. zeehond; zegel; stempel; stop, dop, afsluiting; afsluizen; teken; waarborg; wettelijk verklaren--------v. waterdicht maken; afsluiten; afdichten; verzegeld; gestempeld; wettelijk verklaren; beëindigenseal1[ sie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zegel ⇒ stempel 〈 ook figuurlijk〉; lakzegel; (plak)zegel; 〈 figuurlijk〉 kenmerk; 〈 figuurlijk〉 bezegeling2 dichting ⇒ dichtingsmateriaal; (lucht/waterdichte) (af)sluiting; stankafsluiting♦voorbeelden:seal of love • bezegeling van de liefdeunder seal of confession • onder biechtgeheimunder seal of secrecy • onder het zegel van geheimhouding→ privy privy/————————seal21 op robben/zeehondenvangst gaan/zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:seal the flavour in • het aroma vasthoudenseal off an area • een gebied afgrendelen -
25 embay
v. in en baai leggen, beschutting zoeken in een baai; omgeven, omringen, insluiten -
26 immure oneself
zich insluiten -
27 shut in
opsluiten; insluiten; opgesloten -
28 shutting in
opsluiten; omringen, insluiten -
29 trave
n. dwarsbalk; dwarsligger, houten gestel dat een paard insluiten als het beslagen wordt
Страницы
- 1
- 2