-
61 zij kamde haar losse haren
zij kamde haar losse haren -
62 zijn haren gingen overeind staan
zijn haren gingen overeind staanDeens-Russisch woordenboek > zijn haren gingen overeind staan
-
63 zijn haren hingen hem voor de ogen
zijn haren hingen hem voor de ogenDeens-Russisch woordenboek > zijn haren hingen hem voor de ogen
-
64 zijn haren vallen uit
zijn haren vallen uit -
65 zijn wilde haren verliezen
zijn wilde haren verliezen -
66 berouw/spijt hebben als haren op z'n hoofd
berouw/spijt hebben als haren op z'n hoofdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > berouw/spijt hebben als haren op z'n hoofd
-
67 de haren uit het gezicht strijken
de haren uit het gezicht strijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de haren uit het gezicht strijken
-
68 de wind speelde met haar haren
de wind speelde met haar harenthe wind played/was playing with her hairVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de wind speelde met haar haren
-
69 elkaar in de haren vliegen
elkaar in de haren vliegenfly at each other, be at each other's throatsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > elkaar in de haren vliegen
-
70 het zilver van haar haren
het zilver van haar harenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zilver van haar haren
-
71 iemand de haren te berge doen rijzen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de haren te berge doen rijzen
-
72 iemand tegen de haren instrijken
iemand tegen de haren instrijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand tegen de haren instrijken
-
73 iets met de haren erbij slepen/trekken
iets met de haren erbij slepen/trekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets met de haren erbij slepen/trekken
-
74 ik heb er grijze haren van gekregen
ik heb er grijze haren van gekregenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik heb er grijze haren van gekregen
-
75 m'n haren rezen te berge (van schrik)
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > m'n haren rezen te berge (van schrik)
-
76 spijt van iets hebben als haren op zijn hoofd
spijt van iets hebben als haren op zijn hoofdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > spijt van iets hebben als haren op zijn hoofd
-
77 wie? die met die lange haren
wie? die met die lange harenwho? the one with the long hairVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie? die met die lange haren
-
78 zich de haren uit het hoofd rukken
zich de haren uit het hoofd rukkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich de haren uit het hoofd rukken
-
79 zich de haren uit het hoofd trekken
zich de haren uit het hoofd trekkentear one's hair, kick oneselfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich de haren uit het hoofd trekken
-
80 zijn haren hingen hem voor de ogen
zijn haren hingen hem voor de ogenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn haren hingen hem voor de ogen
См. также в других словарях:
Haren — is the name of several places * Haren (Groningen), province of Groningen, Netherlands * Haren (North Brabant), province of North Brabant, Netherlands * Haren, Belgium, part of The City of Brussels municipality, Brussels, Belgium * Haren, Germany … Wikipedia
Haren — ist der Name folgender Orte: Haren (Ems), Stadt in Deutschland Haren (Groningen), Gemeinde in der niederländischen Provinz Groningen Haren (Nord Brabant), Ortschaft in der Gemeinde Oss in niederländischen Provinz Nord Brabant Siehe auch Van Haren … Deutsch Wikipedia
hären — Adj aus groben Fasern bestehend erw. obs. (8. Jh.), mhd hārīn, fnhd. auch haren, ahd. hārīn Stammwort. Eigentlich aus Haaren bestehend ( Roßhaar, Ziegenhaar u.ä.). In bezug auf Kleidungsstücke dürfte aber Haar2 eingewirkt haben (das in alter Zeit … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Haren — Haren, 1) Williamvan H., holländischer Dichter, geb. 1713 in Leuwarden u. st. 1768; er schr. ein Epos: Gevallen van Friso, Amsterd. 1741; Verzameling van Gedichten, Utrecht 1742. 2) Onno Zwier van H., Bruder des Vorigen, geb. 1714; erwarb sich… … Pierer's Universal-Lexikon
Haren — Haren, 1) Willem van, niederländ. Dichter und Staatsmann, geb. 21. Febr. 1710 in Leeuwarden, gest. 4. Juli 1768 zu St. Oedenrode in Nordbrabant, war der Sprößling eines alten friesischen Adelsgeschlechts und zur Zeit der Regentin als Mitglied der … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Hären — Hären, adj. et adv. von dem Hauptworte Haar, aus Haaren bestehend, aus Haaren verfertiget; im Oberdeutschen auch härin. Ein härenes Sieb. Eine härene Decke. Härine Kleider, 4 Esr. 16, 2. Ein häriner Sack, Offenb. 6, 12 … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Haren — Haren, Willem van, geb. 1710 zu Leeuwarden, gest. 1758, holländ. Dichter und Staatsbeamter; sein Bruder Onno Zwier van H., geb. 1713, gest. 1789, überragte ihn in beiden Beziehungen. (»Die Geusen«, 4. Aufl. Amsterdam 1785.) … Herders Conversations-Lexikon
harén — Entre los musulmanes, ‘conjunto de mujeres que dependen de un jefe de familia’ y ‘departamento de la casa donde viven las mujeres’. Esta es la forma mayoritaria y preferible, por acomodarse mejor al sistema gráfico del español (→ m, 4). También… … Diccionario panhispánico de dudas
harén — o harem sustantivo masculino serrallo. * * * Sinónimos: ■ serrallo, gineceo, harem … Diccionario de sinónimos y antónimos
harén — o harem sustantivo masculino 1. En los países musulmanes, conjunto de mujeres que viven bajo la autoridad y dependencia de un jefe familiar. Sinónimo: serrallo. 2. Parte de la casa de los musulmanes donde hacen la vida las mujeres. Sinónimo:… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
harén — (Del fr. harem, y este del ár. clás. ḥarīm, mujeres, literalmente, lo vedado ). 1. m. Departamento de las casas de los musulmanes en que viven las mujeres. 2. Entre los musulmanes, conjunto de todas las mujeres que viven bajo la dependencia de un … Diccionario de la lengua española