-
1 connection
n. aansluiting; relatie; verband; verbinding; natuurlijk verband; het verbinden; samenhang, verwijzing naar iets; transportatieverbinding, die continue diensten aanbiedt tussen transportatiemogelijkheden; communicatiemiddelen (als telefoonverbinding); leverancier van drugs, drughandelaar (Slang); handel van illegale drugs (Slang)1 verbinding ⇒ verband, aansluiting♦voorbeelden:cut the connection • de verbinding/band verbrekenmiss one's connection • zijn (bus/trein)aansluiting missenin this connection • in dit verbandin connection with • in verband met -
2 connexion
n. aansluiting; relatie; verband; verbinding; natuurlijke verbinding; het verbinden; samenhang, verwijzing naar iets; vervoersverbinding, die voortdurende transportverbinding aanbiedt; middelen van communicatie (als telefoonverbinding); leverancier van drugs, drughandelaar (Slang); aankoop van onwettige drugs (Slang)→ connection connection/ -
3 loaded with
vol met; rijkelijk (Slang); dronken (Slang); stoned, onder invloed van drugs (Slang) -
4 bag
n. zak; tas; handtas; koffer; beurs; notitieboek; wild op jacht meegenomen; uier (bij een koe, schaap, enz.); oogwal (veroorzaakt door gebrek aan slaap of vermoeidheid); honk, een van de vier honken bij honkbal (Honkbal); kleine hoeveelheid illegale drugs (Slang); lelijke vrouw (Slang)--------v. in zak, jas, koffer; doen; vangen (bij de jacht); te pakken krijgen; aanhouden, arresterenbag1[ bæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 zak ⇒ tas, koffer3 zakvormig voorwerp/lichaamsdeel♦voorbeelden:bags of room • plaats genoeg→ diplomatic diplomatic/————————bag2〈 bagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen zwellen/uitpuilen/uitzakken♦voorbeelden: -
5 hophead
n. Stoned, verslaafd aan drugs (slang), drugverslaafde, gebruiker, junkie -
6 turn on
enthousiast raken; aanzetten, aandoen (radio e.d.); opendraaien, openzetten (water, gas)turn on1 enthousiast/opgewonden rakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 does leather turn you on? • geeft leer je een kick?————————turn ondraaien om, afhangen van; gaan over 〈 van gesprek〉 -
7 beans
n. (Slang) kleine hoeveelheid, niet veel (bv. "Ik weet een klein beetje van muziek"); (Slang) iemands hoofd; (Slang) money (bv. "Ik heb voor dit bedrijf vijftien jaar gewerkt, maar ik heb nog maar weinig"); (Slang betreffende Drugs) crack (zuivere vorm van cocaïne), cocaïne; mescaline; amfetamine; kalmerende middelen -
8 clean
adj. schoon; rein; zuiver--------adv. zuiver--------n. schoonmaak, reiniging--------v. schoonmaken; reinigen; zuiverenclean1[ klie:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————clean2〈bijvoeglijk naamwoord; cleanness〉2 〈 benaming voor〉 welgevormd ⇒ sierlijk; glad, gestroomlijnd 〈 vliegtuig〉; regelmatig; duidelijk, helder 〈 stijl〉3 compleet ⇒ finaal, helemaal4 oprecht ⇒ eerlijk, sportief5 onschuldig ⇒ netjes, fatsoenlijk, kuis6 〈 slang〉 schoon ⇒ clean, eraf, 〈 in het bijzonder〉 geen drank/drugs gebruikend, droog; geen verboden wapens/drugs hebbend♦voorbeelden:1 give someone a clean bill of health • iemand kerngezond verklaren, iemand in orde verklaren 〈 ook figuurlijk〉; verklaren dat iemand er financieel goed voorstaatmake a clean sweep • schoon schip makenhit the ball cleanly • de bal vol rakencatch a ball cleanly • een bal in een keer vangencome clean • voor de draad komen, eerlijk bekennena clean record • een blanco strafbladkeep it clean • hou 't netjesmake a clean breast of something • iets bekennen, ergens schoon schip mee makenkeep one's nose clean • zich nergens mee bemoeienshow a clean pair of heels • z'n hielen lichten, de benen nemenclean as a new pin/as a whistle • brandschoon, zo schoon als watwipe the slate clean • met een schone lei beginnen————————clean3♦voorbeelden:→ clean up clean up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schoonmaken ⇒ reinigen, zuiveren♦voorbeelden:have a coat cleaned • een jas laten stomenclean down • schoonborstelen, schoonwassen————————clean4〈 bijwoord〉1 volkomen ⇒ helemaal, compleet, finaal♦voorbeelden:I'm clean out of sugar • ik zit helemaal zonder suikercut clean through • helemaal/finaal doorgesneden -
9 dope
adj. uitstekend, goed, groots, wonderbaarlijk (Slang)--------n. verdovend middel; informatie; domkop--------v. drug toedienen aandope1[ doop]5 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 benaming voor allerlei verslavende middelen ⇒ koffie; sigaret, saffie; Coca Cola————————dope2〈 werkwoord〉1 drugs/verdovende middelen/doping toedienen aan♦voorbeelden:the horse was doped • het paard was gedrogeerd -
10 bad
adj. (Canadese en Amerikaanse Slang) goed, buitengewoon, groots, wonderbaarlijk--------adj. schadelijk; minderwaardig; ernstig, acuut; kwaadaardig (Bv.: Roken is schadelijk voor de gezondheid); gebrekkig, niet juist werkend; bedorven, verrot (zoals bedorven vlees)--------adv. slecht, naar; vals--------n. slecht, naar; valsbad1[ bæd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pech♦voorbeelden:take the bad with the good • het goede met het kwade nemen————————bad21 slecht ⇒ minderwaardig, verkeerd2 kwaad ⇒ kwaadaardig, stout, ondeugend3 ziek ⇒ naar, pijnlijk4 erg ⇒ ernstig, lelijk6 vals♦voorbeelden:1 bad air/meat • bedorven lucht/vleesbad conscience • slecht gewetenin bad order • in slechte staat〈 spreekwoord〉 a bad workman always blames his tools • een kwaad werkman vindt nooit goed gereedschapgo bad • bedervenbad-mannered • ongemanierdnot half/so bad • niet zo gek/slechtI am bad at football • ik ben niet goed in voetballenbad boy • stoute jongenin bad faith • te kwader trouwbad feeling • bitterheidbad language • grove taalfrom bad to worse • van kwaad tot ergerfeel/be taken bad • zich ziek/beroerd voelenbad debt • oninbare schuld/vorderingcome to a bad end • slecht aflopenbe in a bad way • er slecht aan toe zijnmake the best of a bad bargain • er het beste van makenbe in someone's bad book(s) • bij iemand in een slecht blaadje staanmake someone appear in a bad light • iemand in een kwaad daglicht stellenbad luck • pechbe on bad terms with • een slechte verstandhouding hebben metthat looks bad • dat voorspelt niet veel goeds〈 informeel〉 (that's) too bad • (dat is) zonde/jammer(just) too bad (for you) • pech gehad, daar kan ik niets aan veranderenwith (a) bad grace • met tegenzinkeep bad hours • laat naar bed gaan————————bad3〈bijvoeglijk naamwoord; badder〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 fantastisch ⇒ geweldig, prima, fijn————————bad4〈 bijwoord〉→ badly badly/ -
11 bombed
adj. (Slang) dronken, bezopen (bv. Äfter last night's party, Gerry was totally bombed")♦voorbeelden: -
12 score
n. resultaat; puntenstelsel; winstpunt; rangschikking; tientallig; schuld; rekening; partituur; aantekening; spleet, snee--------v. bereiken, winnen, hoog scoren; hoge punten krijgen; aantekenen; spleet, sneescore1[ sko:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stand ⇒ puntentotaal, score3 getrokken/ingesneden lijn ⇒ kerf, kras; striem, schram; lijn6 grief7 onderwerp ⇒ thema, punt♦voorbeelden:1 what is the score? • hoeveel staat het?keep (the) score • de stand bijhoudenlevel the score • gelijkmakenon the score of • vanwegeon that score • daaromrun up a score • in de schulden rakenon this/that score • wat dit/dat betreft————————score23 succes hebben/boeken♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 score off/against/over someone • iemand aftroeven; iemand de grond in trappen 〈 in debat〉; iemand voor gek zettenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lijn(en) trekken/krassen ⇒ (in)kerven; schrammen6 een score/puntentotaal halen van 〈 bijvoorbeeld in test〉♦voorbeelden:2 score something (up) against/to someone • iets op iemands rekening schrijven 〈 ook figuurlijk〉; iemand iets aanrekenen -
13 rambo
n. (Slang) gewelddadig en agressief iemand; militant, sterk iemand die gebruik maakt van gewelddadige methodes tegen de vijand (genoemd naar het gewelddadige karakter van John Rambo door Sylvester Stallone in de "Rambo Trilogie"); heroïne (Slang voor drugs) -
14 O.D.
-
15 OD
-
16 dopey
-
17 generic
adj. generiek; geslachts--------n. substantie of stof verkocht onder generieke naam (bv. generiek geneesmiddel); wijn die een mengsel is van aantal soorten druiven en niet naar een specifieke druivensoort is genoemd); (Amerikaanse Slang) neger, zwarte[ dzjinnərik] 〈 generically〉1 generisch ⇒ generiek, geslachts-2 algemeen♦voorbeelden: -
18 habit
n. gewoonte, gebruik; habijt (van priesters en nonnen)[ hæbit]♦voorbeelden:1 gewoonte ⇒ hebbelijkheid, aanwensel♦voorbeelden:1 creature of habit • gewoontedier/mensfall/get into the habit • de gewoonte aannemenget someone into the habit of doing something • iemand eraan wennen iets te doenfrom (force of) habit • uit gewoontebe in the habit of doing something • gewoon zijn iets te doen -
19 high
adj. hoog; adellijk; stoned (door de drugs)--------adv. hoog, boven--------n. verheven; hoge versnelling; hoogtepunthigh1[ haj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————high2〈 higher〉1 hoog ⇒ hooggeplaatst, verheven2 intens ⇒ sterk, groot4 vrolijk♦voorbeelden:high camp • superkitsch(erig)high circles • hogere kringenhigh command • opperbevelHigh Commission • ambassade van een Gemenebestlid in een ander GemenebestlandHigh Commissioner • Hoge Commissarishigher court • hoger rechtscollegehigh fashion • haute coutureHigh Mass • hoogmisa high opinion of • een hoge dunk vanhave friends in high places • een goede kruiwagen hebben〈 ook meteorologie〉 high pressure • hoge druk; 〈 informeel〉 agressiviteit 〈van verkooptechniek e.d.〉high priest • hogepriesterhigh society • de hogere kringenhigh water • hoogwaterthe Most High • de Allerhoogstehigh gear • hoge versnellinghigh hopes • hoge verwachtingena high wind • een harde windhigh treason • hoogverraad〈Amerikaans-Engels; informeel〉 high roller • patser, iemand die met geld smijt, supergokkerthe high sea(s) • de volle zeeplay for high stakes • het hoog spelen〈 Brits-Engels〉 high tea • vroeg warm eten, vaak met theecome hell or high water • wat er ook gebeurthigh and mighty • uit de hoogteII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 gevorderd ⇒ hoog, op een hoogtepunt♦voorbeelden:high season • hoogseizoenhigh summer • hoogzomerit's high time we went • het is de hoogste tijd om te gaan♦voorbeelden:————————high3〈 bijwoord〉2 schel♦voorbeelden:feelings ran high • de emoties liepen hoog opride high • succes hebbensearch high and low • in alle hoeken zoeken→ hog hog/ -
20 hooked
adj. gebogen, gehaakt; verslaafd aan-[ hoekt]2 met een haak/haken♦voorbeelden:1 a hooked nose • een haak/haviksneusII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
slang — 1. The term slang is first recorded in the 1750s, but it was not used by Dr Johnson in his Dictionary of 1755 nor entered in it as a headword (he used the term low word, with implications of disapproval). Nonetheless, the notion of highly… … Modern English usage
drugs — (New American Roget s College Thesaurus) Medicinal substances Nouns 1. drugs; therapeutic drugs (see remedy); drug or substance abuse; drug addiction, [chemical] dependency, physical or psychological dependence, habit, reverse tolerance; glue… … English dictionary for students
slang — slang1 /slang/, n. 1. very informal usage in vocabulary and idiom that is characteristically more metaphorical, playful, elliptical, vivid, and ephemeral than ordinary language, as Hit the road. 2. (in English and some other languages) speech and … Universalium
drugs — The problem of drug abuse, the use of drugs for pleasure, is common in Britain and the US, especially among young people, but using drugs is illegal in both countries. Most teenagers try drugs before they leave school, and many of them use drugs… … Universalium
Slang — For other uses, see Slang (disambiguation). Slang is the use of informal words and expressions that are not considered standard in the speaker s language or dialect but are considered more acceptable when used socially. Slang is often to be found … Wikipedia
slang — noun (U) very informal language that includes new and sometimes rude words, especially words used only by particular groups of people such as criminals, schoolchildren, or people who take drugs: schoolboy slang | a slang word/expression/term:… … Longman dictionary of contemporary English
slang — American to sell illegal narcotics A black usage of uncertain derivation: And how, sir, did you make a living prior to your incarceration? Slanging. Slanging? Slanging dope. Hanging, banging and slanging is the motto of gang life, in… … How not to say what you mean: A dictionary of euphemisms
Mickey Finn (drugs) — A Mickey Finn, (or simply Mickey) is a slang term for a drink laced with a drug (especially chloral hydrate)[citation needed] given to someone without their knowledge in order to incapacitate them. Serving someone a Mickey is most commonly… … Wikipedia
List of misconceptions about illegal drugs — Many urban legends and misconceptions about classified drugs have been created and circulated among children and the general public, with varying degrees of veracity. These are commonly repeated by organizations which oppose all classified drug… … Wikipedia
CB slang — (commonly called CB Talk ) are terms that those operating CB radio used mainly during the CB craze of the 1970s and 1980s. Some of these slang terms are still in use with their original meanings, others not used at all and some have changed… … Wikipedia
Use of performance-enhancing drugs in sport — The use of performance enhancing drugs in sport is commonly referred to by the term doping , particularly by those organizations that regulate competitions. The use of performance enhancing drugs is mostly done to improve athletic performance.… … Wikipedia