-
1 faisant
faisant [fuzzã]〈 werkwoord〉 → faire -
2 ce faisant
ce faisant -
3 chemin faisant
chemin faisant -
4 faire injure à qn. en faisant qc.
faire injure à qn. en faisant qc.Dictionnaire français-néerlandais > faire injure à qn. en faisant qc.
-
5 le cachet de la poste faisant foi
le cachet de la poste faisant foiDictionnaire français-néerlandais > le cachet de la poste faisant foi
-
6 cachet
cachet [kaasĵe]〈m.〉2 stempel(afdruk) ⇒ afstempeling, poststempel3 zegel(afdruk) ⇒ zegelmerk, lakzegel♦voorbeelden:2 cachet de la poste • poststempel, afstempelingle cachet de la poste faisant foi • datum poststempelavoir du cachet • iets eigens hebben→ lettrem1) stempel2) zegel3) poststempel4) lakzegel7) honorarium [kunstenaar]8) tablet -
7 chemin
chemin [sĵəmẽ]〈m.〉2 weg ⇒ traject, afstand3 weg ⇒ richting, toegangsweg4 weg ⇒ wijze, middel5 loper♦voorbeelden:chemin de ronde • weergang, omloopchemin de roulement • taxibaanchemin de traverse • zijwegvoleur de grand chemin • struikroveren chemin • onderwegtrouver qc. sur son chemin • iets op zijn weg vindenfaire du chemin • goed opschietenchemin faisant • onderwegpasser son chemin • z'n weg vervolgen, verder gaanprendre le chemin des écoliers • de langste weg nemens'arrêter en chemin • halverwege ophoudenrebrousser chemin • op zijn schreden terugkerenrester dans le droit chemin • op het rechte pad blijvensortir du droit chemin • van het rechte pad afrakenfaire son chemin • het ver brengenouvrir, tracer, montrer le chemin • het voorbeeld gevenne pas y aller par quatre chemins • recht op zijn doel afgaan→ bonhommeles chemins de fer • de spoorwegen(voyager) en chemin de fer • per trein (reizen)m1) weg2) loper [trap, tafel] -
8 faire
faire1 [fer]〈m.〉1 〈 beeldende kunst, literatuur〉manier van schrijven, schilderen, beeldhouwen ⇒ stijl, techniek, wijze van uitvoering→ dire————————faire2 [fer]1 maken2 doen9 zeggen ⇒ antwoorden 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:ce faisant • daarbijque faire? • wat te doen?mais qu'est-ce qu'ils font! • wat spoken ze toch uit!qu'est-ce que vous faites dans la vie? • wat doet u (voor de kost)?quoi qu'on fasse, il n'est jamais content • wat men ook doet, hij is nooit tevredenpour quoi faire? • waarvoor?, waarom?il ne fait rien à l'école • hij presteert niets op schoolje ne peux pas faire autrement • ik kan niet andersil a bien fait • dat heeft hij goed gedaanfaire bien, mal de 〈+ onbepaalde wijs〉 • er goed, verkeerd aan doen tecomment avez-vous fait pour résoudre ce problème? • hoe heeft u dit probleem opgelost?3 faire de l'anglais • 〈 aan de universiteit〉 Engels studeren; 〈 op school〉 Engels leren; 〈 in vrije tijd〉 aan Engels doenfaire de l'aviron, de la natation, de la voile • roeien, zwemmen, zeilenil a fait les Beaux-Arts • hij heeft de academie voor beeldende kunsten doorlopenfaire que 〈+ aantonende wijs〉 • ten gevolge hebben dat, veroorzaken dat〈 onpersoonlijk, van tijd〉 ça fait quinze jours que je ne l'ai pas vu • ik heb hem sinds veertien dagen niet geziencent centimètres font un mètre • honderd centimeter is een meteril fait un mètre quatre-vingts • hij is 1,80 m (lang)quelle pointure faites-vous? • welke maat (schoenen) heeft u?je fais du quarante • ik heb maat veertigquatre et trois font sept • vier en drie maakt, is zevencombien fais-tu? • hoe groot, zwaar ben jij?combien ça fait? • hoeveel is dat?il me fait penser à mon oncle • hij doet me aan mijn oom denkenfaire rire qn. • iemand aan het lachen makenfaire savoir (à qn.) que • (iemand) mededelen datfaire traverser la rue à qn. • iemand de straat helpen overstekenfaire l'idiot • zich van den domme houden; gek doen9 sans doute, fit-il, vous avez raison • ongetwijfeld, antwoordde, zei hij, u heeft gelijkmon manteau fera l'hiver • met mijn jas kom ik de winter nog wel doorune bouteille de whisky me fait six mois • ik doe zes maanden met een fles whiskyest-ce qu'il a déjà fait sa rougeole? • heeft hij al mazelen gehad?faire jeune • er jong uitzienvotre cravate fait sérieux • door uw das ziet u er serieus uitsi tu fais cela, tu auras à faire à moi • als je dat doet, dan krijg je het met mij aan de stokavoir à faire à, avec • te doen, te maken hebben metn'avoir que faire de qc. • iets niet nodig hebbenêtre fait pour • bestemd, geschikt zijn voor〈 informeel〉 (il) faut le faire! • doe het maar eens na!ça fait une heure que je t'attends • ik wacht al een uur op jeen faire (à sa tête) • zijn eigen gang gaanje n'en ferai rien! • ik denk er niet aan!en faire tout un drame • er een drama van maken〈 informeel〉 on ne me la fait pas! • ik ben niet van gisteren!qu'est-ce que cela fait? • wat zou dat?qu'est-ce que ça peut bien vous faire? • wat kan u dat eigenlijk schelen?qu'est-ce que vous voulez que ça me fasse? • wat maakt het mij uit?ça ne fait rien • dat doet er niet toerien à faire! • niets daarvan!, nee is nee!rien n'y fit • niets hielpnous ne pouvons rien y faire • wij kunnen er niets aan doencela y fait beaucoup • dat maakt veel uitça fait bien de 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is in de mode, het staat goed tec'est bien fait! • goed zo!c'est bien fait (pour lui)! • net goed!, lekker!il ne fait que commencer • hij begint pasne faire qu'entrer et sortir • even bij iemand aanwippenne faire que (de) 〈+ onbepaalde wijs〉 • zo pas, net, juist iets gedaan hebbencela ne fait rien à l'affaire • dat verandert niets aan de zaakqu'est-ce que tu as fait de mes clefs? • wat heb je met mijn sleutels gedaan?ne pas pouvoir faire que • niet kunnen verhinderen dat〈 kaartspel〉 c'est à qui de faire? • wie geeft?faites! • ga uw gang!ce n'est ni fait ni à faire • het is knoeiwerkje le connais comme si je l'avais fait • ik ken hem door en door1 tot stand komen ⇒ ontstaan, gemaakt worden3 worden4 beter, rijper worden6 gebruikelijk zijn 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 comment que ça se fait? • hoe komt dat?〈 handel〉 se faire en acajou, en bleu • in mahonie, in blauw vervaardigd worden, leverbaar zijn〈 onpersoonlijk〉 il pourrait bien se faire que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het is niet onwaarschijnlijk datse faire vieux • oud worden, verouderense faire à une idée • aan een idee wennença ne se fait pas! • dat, zoiets doet men niet!se faire les ongles • zijn nagels verzorgense faire une tasse de café • een kopje koffie voor zichzelf makense faire couper les cheveux • zijn haren laten knippense faire faire un costume • (zich) een pak laten makens'en faire • zich zorgen maken, zich ongerust makenne pas s'en faire • zich niet druk maken, zich nergens iets van aantrekken; 〈 ook〉 zich niet generen(ne) t'en fais pas! • (maak je maar) geen zorgen!, maak je niet dik!〈 informeel〉 il faut se le, la faire • het leven met hem, haar is geen lolletje♦voorbeelden:il fait nuit • het is nachtquel temps fait-il? • wat voor weer is het?par le temps qu'il fait • met dit weeril fait beau • het is mooi weercombien il fait aujourd'hui? • hoeveel graden is het vandaag?1. v1) maken2) doen3) doen (aan) [sport, muziek, etc.]4) afleggen [afstand]5) veroorzaken6) zijn [maten, rekenen]7) doen (alsof), spelen8) antwoorden2. se fairev2) gebeuren3) worden4) beter/rijper worden5) wennen (aan)3. il faitv -
9 injure
injure [ẽzĵuur]〈v.〉♦voorbeelden:faire à qn. l'injure de • iemand beledigen door tef1) scheldwoord2) belediging
См. также в других словарях:
faisant — faisant, ante (fe zan, zan t ) adj. Qui fait, qui agit. • Je puis dire que mon père fut l homme le plus obligeant, le mieux faisant et le plus généreux qui ait paru à la cour, SAINT SIMON 6, 84 … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
faisant — Part. prés. faire … French Morphology and Phonetics
faisant — Same as feasant … Ballentine's law dictionary
Aventures D'Arthur Gordon Pym De Nantucket contenant les détails d'une révolte et d'un affreux massacre à bord du brick américain le Grampus, faisant route vers les mers du sud — Les Aventures d Arthur Gordon Pym Les Aventures d Arthur Gordon Pym Reproduction du frontispice de l édition américaine originale Auteur Edgar Allan Poe Genre … Wikipédia en Français
Madame De Selve Faisant De La Musique — Adélaïde Labille Guiard, 1787 huile sur toile 90 × 72 cm Collection privée … Wikipédia en Français
Madame de selve faisant de la musique — Adélaïde Labille Guiard, 1787 huile sur toile 90 × 72 cm Collection privée … Wikipédia en Français
Madame de Selve faisant de la musique — Pour les articles homonymes, voir Selve. Madame de Selve faisant de la musique Artiste Adélaïde Labill … Wikipédia en Français
mieux-faisant — mieux faisant, ante (mieû fé zan, zan t ) adj. Qui agit le mieux, qui fait le plus de bien (sorte de comparatif de bienfaisant). • Je revis le chirurgien Parison, le meilleur et le mieux faisant des hommes, J. J. ROUSS. Conf. VII. Chevalier… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
France générosités - Union nationale des organismes faisant appel aux générosités — France Générosités L’Union nationale des organismes faisant appel aux générosités, dite France générosités est un syndicat professionnel créé en 1998. Il défend les intérêts des organismes faisant appel aux générosités et promeut la philanthropie … Wikipédia en Français
Liste Des Produits Faisant L'objet D'une Organisation Commune Des Marchés — Liste figurant à l annexe 1 du Traité instituant la Communauté européenne, en application de l article 32 du Traité, dans le cadre de la politique agricole commune (PAC). Numéros de la nomenclature de Bruxelles : Désignation des produits… … Wikipédia en Français
Liste des produits faisant l'objet d'une organisation commune des marches — Liste des produits faisant l objet d une organisation commune des marchés Liste figurant à l annexe 1 du Traité instituant la Communauté européenne, en application de l article 32 du Traité, dans le cadre de la politique agricole commune (PAC).… … Wikipédia en Français