-
1 spoken language externalizes thought
English-Dutch dictionary > spoken language externalizes thought
-
2 spoken
adj. gesproken; gezegd; uit het hoofd; uitgedrukt; bespraakt (gebruikmakend van rijke taal)[ spookən] 〈 voltooid deelwoord〉→ speak speak/ -
3 spoken Arabic
gesproken Arabisch (het gesproken, populaire dialect v.h. Arabisch) -
4 spoken language
gesproken taal -
5 soft-spoken
-
6 free-spoken
free-spoken -
7 many a true word is spoken in jest
English-Dutch dictionary > many a true word is spoken in jest
-
8 no sooner had she spoken but it appeared again
English-Dutch dictionary > no sooner had she spoken but it appeared again
-
9 rough-spoken
rough-spoken -
10 well-spoken
beschaafd (aangenaam) sprekend, welbespraakt; treffend gezegdewell-spoken -
11 fair-spoken
beleefd, keurig, netjes, hoffelijk, innemend -
12 short-spoken
kortaangebonden, bits -
13 soft spoken
met zachte stem, zacht uitgesproken -
14 straight-spoken
eerlijk gesproken -
15 be seeing/see things
be seeing/see thingsspoken zien, hallucinaties hebben -
16 but
adv. alleen als; met moeite--------conj. maar; doch--------n. voorwaarde; weerstand; beperking--------prep. behalve--------v. "maar"but1[ but] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 maar ⇒ tegenwerping, bedenking♦voorbeelden:but me no buts • geen gemaar, niks te maren〈 informeel〉 no buts about it • zeker weten, reken maar————————but21 die/dat niet♦voorbeelden:————————but31 slechts ⇒ enkel, alleen, maar, pas2 (en) toch ⇒ echter, anderzijds♦voorbeelden:I could but feel sorry for her • ik kon enkel medelijden hebben met haarI know but one • ik ken er maar één————————but41 behalve ⇒ buiten, uitgezonderd, anders dan♦voorbeelden:all but John • allen behalve Johnwho but John? • wie anders dan John?he wanted nothing but peace • hij wilde slechts rustthe last but one • op één na de laatstethe next summer but one • de zomer na de volgende————————but5♦voorbeelden:what could I do but surrender? • wat kon ik doen behalve me overgeven?¶ 〈 informeel〉 no sooner had she spoken but it appeared again • ze was nog niet uitgesproken of het verscheen opnieuwII 〈 nevenschikkend voegwoord〉♦voorbeelden:young but clever • jong maar sluwbut then (again) • (maar) anderzijds/jabut yet • niettemin2 he ran but ran! • hij liep, en hoe!he ran but fast! • hij liep, en snel ook!but no! • nee maar!, nee toch!but yes! • maar ja toch! -
17 externalize
v. naar buiten brengenexternalize, externalise[ ikstə:nəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: externalization〉♦voorbeelden: -
18 speak
v. spreken; zeggen; uitdrukken; een speech geven; opmerken1 spreken ⇒ een toespraak/voordracht houden3 ken ⇒ toon geven, aanspreken♦voorbeelden:legally speaking • volgens de wetpersonally speaking • voor mijn partproperly speaking • in eigenlijke zinso to speak • (om) zo te zeggen, bij wijze van sprekenstrictly speaking • strikt genomenspeak out against something • zich tegen iets uitsprekenspeak out/up • duidelijk sprekenspeak up for someone/something • het voor iemand/iets opnemenspeak for someone • spreken voor/uit naam van iemandnothing to speak of • niets noemenswaard(ig)sspeak ill/well of someone/something • kwaad/gunstig spreken over iemand/ietsspeak to someone (about something) • iemand (om iets) aanspreken; iemand (over iets) aanspreken/aanpakken〈 telefoon〉 speaking! • spreekt u mee!could you speak up please • wat harder a.u.b.speak for something • iets bestellen/reserveren; van iets getuigen; een toespraak houden/pleiten voor 〈 ook figuurlijk〉speak to a subject • iets zeggen over een onderwerpI can speak to his having been here • ik kan bevestigen dat hij hier geweest isII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uit)spreken ⇒ zeggen, uitdrukken♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenit speaks volumes for his moderation • het spreekt boekdelen over zijn gematigdheidspeak the word! • zeg het maar! -
19 thing
n. ding, objekt; gebeuren; onderwerp; wezen; idee[ θing]3 schepsel ⇒ wezen, ding♦voorbeelden:1 sweet things • zoetigheid, snoep(goed)not a thing to wear • niks om aan te doen/trekkenit's a bad thing to • het is onverstandig omhave better things to do • wel wat beters te doen hebbena good thing too! • (dat is) maar goed ook!it's a good thing that • het is maar goed/gelukkig datit's a good thing to • je doet er goed aan (om)a lucky thing no one got caught • gelukkig werd (er) niemand gepaktnot the same thing • niet hetzelfdeget a thing done • iets gedaan krijgenmake a thing of • een kwestie/punt/zaak maken vanit didn't mean a thing to me • het zei me totaal nietstake things too seriously • alles te ernstig opnementaking one thing with another • alles bij elkaar genomenand another thing • bovendien, meer nogthe first thing that comes into her head • het eerste (het beste) dat haar te binnen schietfor one thing • in de eerste plaats, om te beginnen; immersa thing like you • iemand van jouw slag/soortknow a thing or two • niet van gisteren zijnknow a thing or two about • het een en ander weten overlet things rip/slide • de boel maar laten waaienbe seeing/see things • spoken zien, hallucinaties hebbenof all things • vreemd genoegwell, of all things! • wel heb ik ooit!I'll do it first thing in the morning • ik doe het morgenochtend meteenthe first thing I knew she had hit him • voor ik wist wat er gebeurde had ze hem een mep gegevenfirst things first • wat het zwaarst is moet het zwaarst wegenit is (just) one of those things • (zo) van die dingen, dat gebeurt nu eenmaal→ close close/, good good/, great great/, hot hot/, near near/, old old/, square square/, warm warm/II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 (dat) wat gepast/de mode is3 het belangrijkste (punt/kenmerk)♦voorbeelden:be not (quite) the thing • niet passen/horenquite the thing • erg in (de mode/trek)the latest thing in ties • een das naar de laatste mode2 just the thing I need • juist/precies wat ik nodig hebthe thing about Stephen • wat Steven zo typeertthe thing is that • het is zaak/het belangrijkste is/het komt erop aan (om/dat)4 just for the fun of the thing • gewoon voor de grap/lol¶ and that sort of thing • en (zo meer) van die dingen, en zonot know the first thing about • niet het minste verstand hebben van→ sure sure/1 spullen♦voorbeelden:that would only make things worse • dat zou het allemaal alleen maar verergerenhow are things, 〈 informeel〉how's things? • hoe gaat het (ermee)?3 things political • de politiek/politieke wereld -
20 true
adj. juist; werkelijk; precies; zuiver; trouw--------adv. waar; zuiver--------n. waar--------v. in juiste stand brengentrue1[ troe:] 〈bijvoeglijk naamwoord; truer〉♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 many a true word is spoken in jest • al gekkende en mallende zeggen de boeren de waarheidcome true • werkelijkheid worden〈 aardrijkskunde〉 true north • waar/geografisch noordenbe true for/of • gelden voortrue to life • levensecht, (getrouw) naar het leven¶ (it is) true, he is a little hot-tempered • weliswaar is hij wat opvliegend; inderdaad, hij is wat opvliegend————————true2〈 bijwoord〉2 juist3 rasecht/zuiver♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Spoken Chinese — (zh st|s=中国话|t=華語 [The distinction here is made because areas where Traditional Chinese is still the legal standard, notably Hong Kong, Taiwan and Macau, people usually avoid calling spoken language Zhongguo Hua to avoid implicit connections with … Wikipedia
Spoken word — is a form of literary art or artistic performance in which lyrics, poetry, or stories are spoken rather than sung. Spoken word is often done with a musical background, but emphasis is kept on the speaker.One of the most common sorts of spoken… … Wikipedia
Spoken Finnish — ( suomen puhekieli ) is the colloquial variant of the Finnish language often used in spoken language. This article deals with features of the spoken Finnish language, specifically the variant seen as dialectless. The dialectless variant is spoken … Wikipedia
Spoken Word Canada — Spoken Word Canada, sometimes referred to as SpoCan, is an organization of spoken word performers and organizers. Formed from a committee of city representatives at the 2004 Canadian Spoken Wordlympics in Ottawa, Ontario, SpoCan s mission is to… … Wikipedia
Spoken language — is a form of human communication in which words derived from a large vocabulary (usually at least 10,000) together with a diverse variety of names are uttered through or with the mouth. All words are made up from a limited set of vowels and… … Wikipedia
-spoken — UK [spəʊkən] US [spoʊkən] suffix used with some adverbs to form adjectives that describe the way someone speaks softly spoken well spoken Thesaurus: suffixeshyponym * * * spo|ken «SPOH kuhn», verb, adjective … Useful english dictionary
Spoken word — (en castellano, literalmente, palabra hablada) es un término utilizado como una denominación musical o de entretenimiento para referirse a las obras o interpretaciones que consisten sólo o fundamentalmente en la labor de una persona hablando como … Wikipedia Español
Spoken Word — (dt.: gesprochenes Wort) bezeichnet ein Genre der Darstellenden Kunst, bei dem ein lyrischer Text oder eine Erzählung vor Publikum vorgetragen wird. Während eine Spoken Word Performance auch musikalisch begleitet werden kann, ist das gesprochene… … Deutsch Wikipedia
Spoken word — (engl.: gesprochenes Wort) bezeichnet ein Genre der Darstellenden Kunst, bei dem ein lyrischer Text oder eine Erzählung vor Publikum vorgetragen wird. Während eine Spoken Word Performance auch musikalisch begleitet werden kann, ist das… … Deutsch Wikipedia
Spoken — Spo ken (sp[=o] k n), a. [p. p. of {Speak}.] 1. Uttered in speech; delivered by word of mouth; oral; as, a spoken narrative; the spoken word. [1913 Webster] 2. Characterized by a certain manner or style in speaking; often in composition; as, a… … The Collaborative International Dictionary of English
Spoken — is the past tense verbal form of to speakSpoken may also refer to: *Spoken (band), a Christian rock group from Arkansas * Spoken (album) , an album by Spoken … Wikipedia