-
1 капризный
adjgener. grillig, luimig, nestig, balsturig, bizar, capricieus, humeurig, lastig, netelig, nukkig, onvoorspelbaar, wispelturig -
2 своевольный
adjgener. willekeurig, balsturig, eigendunkelijk, eigengerechtig, eigengereid, eigenzinnig, tuchteloos -
3 своенравный
adjgener. balsturig, capricieus, eigenwijs, eigenzinnig, hoofdig, koppig, luimig, nukkig, ongezeglijk -
4 строптивый
adjgener. balorig, dwars, kregel, kregelig, balsturig, ongewillig, ongezeglijk, onwillig, recalcitrant, weerbarstig, weerspannig -
5 упрямый
adjgener. koppig, stijf, steeg, balsturig, bokachtig, bokkerig, bokkig, dwars, halsstarrig, hardhoofdig, hardnekkig, hoofdig, obstinaat, onhandelbaar, onwillig, stijfhoofdig, stijfzinnig, warrig, weerbarstig
См. также в других словарях:
Steuern — Steuern, verb. regul. & act. und in einigen Fällen auch Neutr. in welchem letztern Falle es das Hülfswort haben erfordert. Es war ehedem ein Wort von einem sehr großen Umfange der Bedeutung, und ist es zum Theil noch, indem es ursprünglich… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart