-
1 bras
(m) рука♦ accueillir qn à bras ouverts встретить кого-л. с распростёртыми объятиями♦ avoir cent bras быть вездесущим; повсюду успевать♦ avoir le bras long (ирон.) иметь большие связи♦ avoir les bras retournés быть заядлым лентяем1) содержать кого-л.; заботиться о ком-л., о чём-л.2) быть вынужденным заниматься кем-л., чем-л.♦ baisser les bras опустить руки♦ bras de fer схватка, стычка, перепалка♦ coiffé comme un dessous de bras (ирон.) всклокоченный, взъерошенный1) сразить, подкосить кого-л.2) лишить кого-л. возможности действовать♦ en avoir les bras et les jambes coupés прийти в полное отчаяние; чувствовать, что почва уходит из-под ног♦ en bras de chemise без пиджака♦ faire un bras d'honneur сделать оскорбительный [вульгарно-неприличный] жест, означающий вызов [насмешку]1) влиятельное лицо2) силач3) бандит♦ gros comme le bras (ирон.) явный; бросающийся в глаза; сильно преувеличенный♦ jeter la pierre et cacher le bras вредить, пакостить исподтишка♦ jouer les gros bras (ирон.) строить из себя крутого♦ les bras en tombent это ужасно; от этого руки опускаются♦ se croiser les bras; ▼ rester les bras croisés сидеть сложа руки♦ tendre les bras à qn 1) раскрыть кому-л. свои объятия 2) протянуть кому-л. руку помощи -
2 braço
bra.ço[br‘asu] sm bras. braço da cadeira accoudoir. braço de rio branche. cair nos braços de alguém tomber dans les bras de quelqu’un. de braços abertos à bras ouverts. de braços cruzados les bras croisés. estar com o braço quebrado avoir un bras cassé. músculos dos braços muscles des bras. ter um braço amputado être amputé d’un bras.* * *[`brasu]Substantivo masculino (de pessoa, rio, mar) bras masculin(de árvore) branche féminin(de viola, violino, violoncelo) manche masculinver-se ou estar a braços com se trouver ou être aux prises avecde braço dado bras dessus, bras dessous* * *nome masculinodar o braço a alguémdonner le bras à quelqu'unestender os braços para alguémtendre les bras vers quelqu'untentaculebraço articuladobras articulébraço de marbras de merbraço de riobras de fleuveo braço da justiçale bras de la justiceen butte à; aux prises avecle bras en écharpebras dessus, bras dessousles bras croisésà bras ouverts, les bras ouvertsbaisser les brasrester les bras croisésne pas s'avouer vaincuêtre porté à brasêtre le bras droit de quelqu'un -
3 arm
arm1〈de〉♦voorbeelden:de arm van een stoel • le bras d'un fauteuiliemand een arm geven • donner le bras à qn.de armen ten hemel heffen • lever les bras au cielmet zijn meisje aan de arm • sa petite amie au brasarm aan, in arm lopen • se promener bras dessus, bras dessous〈 figuurlijk〉 iemand in de arm nemen • faire intervenir qn.iemand in zijn armen drukken, sluiten • serrer qn. dans ses brasiemand in de armen drijven van • précipiter qn. dans les bras deiemand in de armen vallen • tomber dans les bras de qn.een kandelaar met twee armen • un chandelier à deux branchesmet de armen over elkaar zitten • être les bras croisészich uit de armen van iemand losrukken • s'arracher des bras de qn.————————arm2♦voorbeelden:een arme vrouw • une femme pauvrede arme vrouw • la pauvre femmearm aan geld • sans argentzo arm als Job • pauvre comme Job -
4 сдаться
1) se rendre; capituler vi ( капитулировать)2) ( уступить) céder viсдаться на угово́ры — se rendre aux exhortations
* * *v1) gener. battre la chamade, faire sa soumission, jeter l'éponge, mettre bas les armes, mettre les pouces (после сопротивления), mettre une gamelle, obtenir les honneurs de la guerre, rendre les armes, se laisser abattre, se mettre en état d'arrestation, s'effondrer2) colloq. poser le pantalon, lâcher la rampe3) obs. baisser la lance devant (qn) (кому-л.), demander l'aman4) liter. abandonner le terrain, baisser pavillon5) sports. baisser les bras6) simpl. déballonner (se)7) argo. s'allonger8) phras. (не найдя решения загаданной загадки) donner sa langue au chat (je donne ma langue au chat !) -
5 hand
♦voorbeelden:op handen en voeten lopen, kruipen • marcher à quatre pattesin andere handen komen • changer de mainaan de beterende hand zijn • être en voie de guérisoneen gelukkige hand van gooien hebben • avoir la main chanceuseeen gemakkelijke hand van uitgeven hebben • dépenser sans compterdie zaak is in goede handen • cette affaire est en bonnes mainsgouden handen hebben • avoir des doigts de féemet harde hand opvoeden • élever à la dure(iemand) de helpende hand bieden • tendre une main secourable (à qn.)bevelen van hoger hand • ordres qui viennent d'en hautvan hoger hand is besloten dat • les autorités ont décidé que〈 figuurlijk〉 de laatste hand aan iets leggen • mettre la dernière main à qc.niet met lege handen komen • ne pas arriver les mains vides〈 figuurlijk〉 iets uit de losse hand doen • faire qc. par-dessus la jambemet losse handen rijden • rouler sans les mainsiemand de reddende hand toesteken • tendre la perche à qn.de sterke hand • (les agents de) la force publiquede politiek van de toegestoken hand • la politique de la main tenduemet vaste hand • d'une main assuréemet vaste, krachtige hand regeren • gouverner avec poignein vertrouwde handen zijn • être entre bonnes mainsde vlakke hand • la paumedat kost handen vol geld • ça coûte une (petite) fortunein vreemde handen overgaan • passer en d'autres mainsde handen vrij hebben • avoir les coudées franches〈 figuurlijk〉 iemand de vrije hand laten • donner carte blanche à qn.aan de winnende hand zijn • être en train de gagner〈 figuurlijk〉 de handen van iemand aftrekken • abandonner qn. à son sort〈 figuurlijk〉 de handen van iets aftrekken • se détourner de qc.〈 figuurlijk〉 iemand de handen binden • lier les mains à qn.iemand de hand drukken, geven, schudden • donner une poignée de main à qn.iemand de hand op iets geven • donner sa parole à qn.zij kunnen elkaar de hand geven • ils peuvent se donner la main〈 figuurlijk〉 de hand in iets hebben • être mêlé à qc.〈 figuurlijk〉 de hand aan iets houden • observer (scrupuleusement) qc.de hand op iets, iemand leggen • mettre la main sur qc., qn.de hand lezen • lire (dans) les lignes de la mainde hand met iets lichten • 〈 't niet zo nauw nemen〉 prendre qc. à la légère; 〈 zich ervan afmaken〉 bâcler qc.hij heeft de handen los aan zijn lijf zitten • il n'a pas les bras gourds〈 figuurlijk〉 zijn hand niet voor iets omdraaien ↓ faire qc. les doigts dans le nez〈 figuurlijk〉 de hand(en) tegen iemand opheffen • lever la main contre qn.iemand de hand reiken, toesteken • tendre la main à qn.; 〈 helpen〉 donner un coup de main à qn.de hand aan de ploeg, aan het werk slaan • se mettre à l'ouvragezijn handen niet thuis kunnen houden • 〈 slaan〉 avoir la main leste; 〈 betasten〉 avoir la main baladeuse; 〈 stelen〉 laisser traîner ses mains partout〈 figuurlijk〉 iemand de handen vullen • graisser la patte à qn.〈 figuurlijk〉 iemands handen zalven • graisser la patte à qn.mijn hand erop! • c'est promis!handen omhoog! • haut les mains!streng de hand houden aan de voorschriften • être à cheval sur le règlementhanden thuis! • bas les pattes!〈 figuurlijk〉 iemand iets aan de hand doen • suggérer qc. à qn.hand aan (in) hand gaan • marcher la main dans la main〈 figuurlijk〉 iets achter de hand hebben • avoir qc. en réserve〈 figuurlijk〉 iets bij de hand nemen • entreprendre qc.〈 figuurlijk〉 iets bij de hand hebben • avoir qc. à portée de la mainin de handen klappen • battre des mainsin handen vallen van de politie • tomber aux mains de la policegoed, gemakkelijk in de hand liggen • être maniablezijn toekomst is in mijn handen • son avenir est entre mes mainsiemand iets in handen spelen • faire passer discrètement qc. à qn.iets met het bewijs in handen aantonen • démontrer qc. preuves en main〈 figuurlijk〉 iemand in handen vallen • tomber entre les mains de qn.〈 figuurlijk〉 iemand iets in handen geven • confier qc. à qn.hij wil met de hand aan de hemel reiken • il veut décrocher la lunemet de handen werken • travailler de ses mains〈 figuurlijk〉 met de hand op het hart iets verklaren • déclarer qc. la main sur le coeurmet de hand genaaid • cousu (à la) mainzich met hand en tand verzetten • se défendre comme un lion〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand stellen • manipuler qn.〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • mettre qn. dans sa pocheiets om handen hebben • avoir qc. à faire〈 figuurlijk〉 iets onder handen hebben • travailler à qc.〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • passer un savon à qn.op (met) de hand wassen • laver à la mainde hand op de knip houden • être près de ses soushand over hand toenemen • aller en augmentantiemand iets ter hand stellen • remettre qc. à qn. (en mains propres)iemand het werk uit de handen nemen • décharger qn. d'un travailer komt niets uit zijn handen • il n'arrive à rien (de bon)uit de hand eten • 〈letterlijk; m.b.t. dieren〉 accepter la nourriture dans la main de qn.; 〈 figuurlijk〉 manger dans la mainuit de eerste hand • de première mainvlug van de hand gaan • se vendre comme des petits painsiets van de hand doen • écouler qc.van hand tot hand gaan • passer de main en maingeen hand voor iemand, iets uitsteken • ne pas lever le petit doigt pour aider qn., faire qc.hij heeft er geen hand naar uitgestoken • il n'y a pas touchéhet zijn twee handen op één buik • ils s'entendent comme larrons en foire¶ wat is er daar aan de hand? • qu'est-ce qui se passe?alsof er niets aan de hand was • comme si de rien n'étaitiets in de hand werken • aider à qc.dat werkt misdaad in de hand • c'est une incitation au crimeiemand op zijn hand krijgen • mettre qn. de son côtéop iemands hand zijn • être du côté de qn.op handen zijn • être imminentvan de hand in de tand leven • vivre au jour le joureen voorstel van de hand wijzen • repousser une propositionbeschuldigingen van de hand wijzen • rejeter des accusationseen uitnodiging van de hand wijzen • décliner une invitation→ link=vogel vogel -
6 отпускам,
отпущам гл 1. lâcher; laisser tomber; отпускам, ръцете си laisser tomber (baisser) les bras; 2. lâcher, relâcher, détendre, débander, desserrer; отпускам, лък (въже) lâcher (relâcher, détendre, débander) un arc (une corde); отпускам, колан desserer (lâcher) la ceinture; отпускам, мускули détendre (décontracter, relaxer) ses muscles; 3. rallonger; отпускам, рокля rallonger une robe; 4. (за суми, материали и под.) accorder, ouvrir, allouer; отпускам, кредит (стипендия) някому accorder (ouvrir) un crédit (une bourse) а qn а отпускам, глас (гърло) crier (chanter) а tue-tête; отпускам, корем prendre du ventre; отпускам, някому юздите lâcher la bride а qn; отпускам, ръце demeurer les bras croisés; отпускам, си езика avoir la langue bien longue (déliée); отпускам, му края lâcher la bride; отпускам,си сърцето mener une joyeuse vie; разг desserrer son cњur. -
7 die
die [daɪ]a. [person, animal, plant] mourir ; [engine] caler• to die of hunger/cold mourir de faim/froid• he died happy ( = died in peace) il est mort heureux• never say die! (inf) il ne faut jamais désespérer !• I'd rather die! plutôt mourir !• it's to die for! (inf!) ça me fait craquer ! (inf)• she was dying for him to kiss her elle n'attendait qu'une chose: qu'il l'embrasse• to die hard [tradition, attitude, prejudice] avoir la vie dure3. noun(plural dice) [daɪs]dé m[sound, voice, laughter] s'éteindre[emotion, protest] se calmer ; [wind] tomber ; [fire] s'éteindre ; [noise] diminuer ; [applause] cesser ; [violence, conflict] s'atténuer[species, family] s'éteindre ; [custom] disparaître• to be dying out [species, tribe] être en voie d'extinction ; [custom] être en train de disparaître* * *[daɪ] 1. 2. 3.1) ( expire) mourirto die of ou from — mourir de [starvation, disease]
he' d sooner ou rather die than do — il mourrait plutôt que de faire
to die for — mourir pour [beliefs, person]
3) ( wither) [plant, crop] crever4) fig ( of boredom etc) mourir (of de)5) (colloq) ( long)clothes to die for — (colloq) des vêtements à craquer (colloq)
6) ( go out) [light, flame] s'éteindre7) ( fade) [emotion, memory, fame] s'éteindre; [enthusiasm] tomber8) (colloq) ( cease functioning) [machine, engine] s'arrêter9) (colloq) ( on stage) faire un bide (colloq)•Phrasal Verbs:- die down- die out•• -
8 Ohr
nANAT oreille fjdn übers Ohr hauen — rouler qn, avoir qn (fam)
jdm in den Ohren liegen — casser les oreilles à qn, rabattre les oreilles à qn
die Ohren steif halten — garder le moral, ne pas se laisser abattre
es faustdick hinter den Ohren haben — être malin comme un singe, être rusé comme un vieux renard
jdm das Fell über die Ohren ziehen — exploiter qn, plumer qn (fam)
sich aufs Ohr hauen (fam) — aller se coucher, aller se pieuter
Auf diesem Ohr ist er taub! — Il fait la sourde oreille.
Ohr17f512d1O/17f512d1hr [o:495bc838ɐ̯/495bc838] <-[e]s, -en>oreille Feminin; Beispiel: auf einem Ohr taub sein être sourd d'une oreille; Beispiel: er hat ihr etwas ins Ohr geflüstert il lui a murmuré quelque chose à l'oreilleWendungen: es faustdick hinter den Ohren haben ne pas être tombé de la dernière pluie; ganz Ohr sein (scherzhaft umgangssprachlich) être tout ouïe; nur mit halbem Ohr zuhören n'écouter que d'une oreille; jemandem die Ohren lang ziehen (umgangssprachlich) tirer les oreilles à quelqu'un; halt/haltet die Ohren steif! (umgangssprachlich) tiens/tenez le coup!; viel um die Ohren haben (umgangssprachlich) ne pas/plus savoir où donner de la tête; jemanden übers Ohr hauen se payer la tête de quelqu'un; sich aufs Ohr legen (umgangssprachlich) mettre la viande dans le torchon; sich Dativ etwas hinter die Ohren schreiben (umgangssprachlich) se mettre quelque chose dans le crâne; bis über beide Ohren verliebt sein être fou amoureux -
9 Öhr
nANAT oreille fjdn übers Ohr hauen — rouler qn, avoir qn (fam)
jdm in den Ohren liegen — casser les oreilles à qn, rabattre les oreilles à qn
die Ohren steif halten — garder le moral, ne pas se laisser abattre
es faustdick hinter den Ohren haben — être malin comme un singe, être rusé comme un vieux renard
jdm das Fell über die Ohren ziehen — exploiter qn, plumer qn (fam)
sich aufs Ohr hauen (fam) — aller se coucher, aller se pieuter
Auf diesem Ohr ist er taub! — Il fait la sourde oreille.
ÖhrÖ_hr [ø:495bc838ɐ̯/495bc838] <-[e]s, -e>chas Maskulin -
10 отказаться
refuser vtотказа́ться от чего́-либо — refuser qch; renoncer à qch; abdiquer qch (отрекаться, слагать с себя); se dédire de qch (от слов, мнения и т.п.); se dessaisir de qch ( уступать)
отказа́ться от до́лжности — donner sa démission
отказа́ться от свое́й по́дписи — ne pas reconnaître ( или désavouer) sa signature
отказа́ться от председа́тельства и т.п. — se démettre de son poste de président, etc.; refuser la présidence, etc.
отказа́ться (+ неопр.) — refuser de (+ infin), se refuser à (+ infin)
отказа́ться сде́лать что́-либо — se refuser à faire qch
* * *v1) gener. refuser de (faire qch), baisser les bras, dire adieu à (qch) (от чего-л.), envoyer tout promener (от чего-л.), tirer un trait sur(...) (от чего-л.), transiger sur (qch) (от чего-л.), renoncer à (от чего то выгодного для того, кто отказывается), démissionner, passer la main2) colloq. passer les des, laisser tomber, flancher (от дела)3) liter. déclarer forfait4) simpl. lâcher les pédales -
11 Flügel
'flyːgəlm1) aile f2) ( Klavier) piano à queue mFlügelFl496f99fdü/496f99fdgel ['fly:gəl] <-s, ->Wendungen: jemandem die Flügel stutzen rogner les ailes à quelqu'un; die Flügel hängen lassen (umgangssprachlich) baisser les bras; jemandem Flügel verleihen (gehobener Sprachgebrauch) donner des ailes à quelqu'un -
12 Kopf
kɔpfmANAT tête fnicht mehr wissen, wo einem der Kopf steht — ne plus savoir où donner de la tête
jdm den Kopf zurechtrücken — remettre qn en place/passer un savon à qn
einen kühlen Kopf bewahren — garder la tête froide/conserver son sang-froid
sich etw aus dem Kopf schlagen — laisser tomber qc/se sortir qc de la tête
von Kopf bis Fuß — de pied en cap/des pieds à la tête
jdn vor den Kopf stoßen — vexer qn/froisser qn/piquer qn
etw im Kopf behalten — retenir qc/garder qc dans un coin de la tête
KopfKọpf [kɔbfc21c72pf/bfc21c72, Plural: 'kœbfc21c72pf/bfc21c72ə] <-[e]s, Kọ̈pfe>1 tête Feminin; Beispiel: den Kopf schütteln secouer la tête; Beispiel: den Kopf einziehen rentrer la tête dans les épaules; Beispiel: den Kopf in die Hände stützen se tenir la tête à deux mainsWendungen: von Kopf bis Fuß de la tête aux pieds; den Kopf in den Sand stecken pratiquer la politique de l'autruche; den Kopf aus der Schlinge ziehen se tirer d'affaire; mit dem Kopf durch die Wand wollen (umgangssprachlich) faire du forcing; nicht auf den Kopf gefallen sein (umgangssprachlich) ne pas être tombé sur la tête; das hältst du [ja] im Kopf nicht aus! (umgangssprachlich) ça prend la tête!; für jemanden/etwas den [ oder seinen] Kopf hinhalten (umgangssprachlich) aller au casse-pipe pour quelqu'un/quelque chose; etwas auf den Kopf hauen (umgangssprachlich) dilapider quelque chose; etwas im Kopf rechnen calculer quelque chose de tête; sich Dativ etwas aus dem Kopf schlagen s'ôter quelque chose de la tête; sich Dativ in den Kopf setzen etwas zu tun se mettre en tête de faire quelque chose; du kannst dich auf den Kopf stellen und mit den Füßen wackeln,... (umgangssprachlich) tu auras beau faire des pieds et des mains,...; jemandem den Kopf verdrehen (umgangssprachlich) tourner la tête à quelqu'un; jemandem den Kopf waschen passer un savon à quelqu'un; jemandem etwas an den Kopf werfen jeter quelque chose à la figure de quelqu'un; die Köpfe zusammenstecken faire des messes basses umgangssprachlich; Kopf an Kopf; rennen au coude à coude -
13 опускать руки
перен. -
14 to give up
1) céder; àbandonner2) renoncer; fam. baisser les brasEnglish-French dictionary of law, politics, economics & finance > to give up
-
15 to lose one's sense of purpose
perdre de sa résolution; se démotiver; baisser les brasEnglish-French dictionary of law, politics, economics & finance > to lose one's sense of purpose
-
16 опустить руки
vgener. baisser les bras -
17 décourager
vt., dissuader: dèkoradjé (Montagny-Bozel), DÉKORAZHÎ (Albanais.001, Saxel.002), dékorazhé (Arvillard.228), dékoradyé (Aix), dikorazhiye (Billième.173) ; fére rnonsî < faire renoncer> (001), pp. dékorazyà ms., mpl., fs. (Notre-Dame-Be.).A1) décourager, dégoûter, abattre (qq. dans son moral): frèzâ vt. (002) ; dégotâ < dégoûter> (001). - E.: Appétit.A2) se décourager, renoncer: se dékorazhî vp. (001,002), sè dikorazhiye (173) ; rnonsî vi. (001) ; s'léssî décourager abatre // démontâ <se laisser décourager abattre // démonter> (001) ; béssî lô bré < baisser les bras> (001), béché lou bré (228) ; abdikâ < abdiquer> (001).A3) se décourager profondément, se laisser aller à un découragement profond, à l'ivrognerie, à la paresse ; se mettre décourager dans la débine // à boire: se débinâ < se débiner> vp. (002) || se ptâ dyê la débina vp. (001), tonbâ décourager dyê / dyan décourager la débina < tomber dans la débine> vi. (001 / 002). - E.: Dérober (Se). -
18 reculer
vt. arklâ (Gruffy), (a)rkolâ (Aillon-J., Aillon-V., Albanais.001, Annecy, Arvillard.228a, Thônes.004, Villards-Thônes), rekolâ (228b, Aix, Chambéry), arkulâ (001,004, Cordon, Saxel.002), (a)rkulêr, rekulêr (Montricher), rekulâ (002), rkoulâ (Giettaz), reklwâ (Bozel.012), C. (a)rkôlo (001) / arkulo (003,004) / rkulo (012) / rekulo (017) < (je) recule>. - E.: Effacer (S').A1) reculer, renoncer, se décourager, (devant un obstacle) ; n'en pouvoir plus: ringâ vi. (Taninges), rnonsî (001), béssî lô bré < baisser les bras> (001). - E.: Vaincre.A2) reculer, se reculer, se mettre reculer à l'arrière / en arrière ; prendre du recul ; se retirer (des affaires), prendre sa retraite ; s'exclure // se retirer // sortir // donner sa démission reculer (d'un groupe): se triyé in-n aryé < se tirer en arrière> (228) ; s'artrî, sè rtrî (001). -
19 die Flügel hängen lassen
die Flügel hängen lassen(umgangssprachlich) baisser les bras -
20 bij de pakken neerzitten
bij de pakken neerzitten
См. также в других словарях:
Baisser les bras — ● Baisser les bras s avouer vaincu, abandonner … Encyclopédie Universelle
baisser — [ bese ] v. <conjug. : 1> • baissier 1080; lat. pop. °bassiare, de bassus → 1. bas I ♦ V. tr. 1 ♦ Mettre plus bas. ⇒ abaisser, descendre. Baisser un store. Baisser le col de sa chemise. ⇒ rabattre. Baisser son pantalon. Baisser la vitre d… … Encyclopédie Universelle
bras — [ bra ] n. m. • braz 1080; lat. pop. °bracium, class. bracchium, gr. brakhiôn 1 ♦ Anat. Segment du membre supérieur compris entre l épaule et le coude (opposé à avant bras). Du bras. ⇒ brachial. Os du bras. ⇒ humérus. Mouvement du bras :… … Encyclopédie Universelle
les — → 1. et 2. le lez , les ou lès [ lɛ; le ] prép. • 1050, lat. latus « côté » ♦ Vx À côté de, près de (encore dans des noms de lieux). Plessis lez Tours (Plessis près de Tours). ⊗ HOM. Lai, laid, laie, lais, lait, laye, lei (2. leu); lé, les (le).… … Encyclopédie Universelle
lès — les → 1. et 2. le lez , les ou lès [ lɛ; le ] prép. • 1050, lat. latus « côté » ♦ Vx À côté de, près de (encore dans des noms de lieux). Plessis lez Tours (Plessis près de Tours). ⊗ HOM. Lai, laid, laie, lais, lait, laye, lei (2. leu); lé, les… … Encyclopédie Universelle
Les nains aussi ont commencé petits — (Auch Zwerge haben klein angefangen) est un film allemand de Werner Herzog sorti en 1970. Sommaire 1 Synopsis 2 Production 3 La critique … Wikipédia en Français
Buffy contre les vampires — Titre original Buffy the Vampire Slayer Genre Fantasy urbaine / Horreur Action Comédie dramatique Créateur(s) Joss Whedon … Wikipédia en Français
Les Lip, l'imagination au pouvoir — Pour le téléfilm de Dominique Ladoge sorti en 2011, voir L Été des Lip. Les Lip, l imagination au pouvoir Données clés Titre original Les Lip, l imagination au pouvoir Réalisation Christian Rouaud, Florent Verdet (assistant) … Wikipédia en Français
PEINTURE - Les techniques — Il existe une technique de la peinture, dans la mesure où l’on utilise certains types de matériaux associés dans un rapport exact d’interdépendance. L’expression « technique de la peinture » peut néanmoins prêter à confusion, car elle désigne à… … Encyclopédie Universelle
Ordalie — Pour les articles homonymes, voir Ordalie (homonymie). L Épreuve du feu, de Dirk Bouts L ordalie est un ancien mode de preuve … Wikipédia en Français
Grand Prix automobile de Belgique 2011 — Grand Prix de Belgique 2011 Circuit de Spa Francorchamps Nombre de tours … Wikipédia en Français