-
41 systeemaanpak
• systems approach -
42 (dreigend) op iemand afkomen
(dreigend) op iemand afkomenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (dreigend) op iemand afkomen
-
43 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
44 aanspreken
2 [toespreken] speak/talk to ⇒ address♦voorbeelden:een spaarrekening/voorraad aanspreken • start on/use a savings account/supplyik voel mij niet aangesproken • it doesn't concern meiemand vriendelijk aanspreken • speak kindly to someoneiemand met mevrouw/meneer aanspreken • address someone as madam/siriemand op iets aanspreken • call someone to account for somethingiemand over zijn gedrag aanspreken • talk to someone about his conduct1 [in de smaak vallen bij] appeal to -
45 aanvliegroute
-
46 afkomen
1 [zich verwijderen] come off/away (from)2 [+ op] [toegaan naar] come up to/towards3 [afdalen] come down4 [ontslagen, bevrijd raken] get rid of ⇒ be done/finished with 〈 iets vervelends〉, 〈 ontsnappen〉 get off/away, get out of 〈 uitnodiging, verplichting〉♦voorbeelden:de muggen komen op het licht af • mosquitoes are drawn/attracted to the lightzij zag de auto recht op zich afkomen • she saw the car heading straight for her/coming straight at her3 een weg/een rivier afkomen • come down a road/a riverer met de schrik van afkomen • get off with only a scareik kon niet van hem afkomen • I couldn't shake him off/get rid of him¶ wanneer komt die benoeming af? • when will that appointment come through? -
47 afschrikken
1 [schrik aanjagen] deter, put off ⇒ 〈 wegjagen〉 frighten/scare off2 [techniek, technologie] [met betrekking tot metaal] quench, chill♦voorbeelden:1 zo'n benadering schrikt de mensen af • such an approach scares/puts people offhij liet zich door niets afschrikken • he was not to be put off/deterred -
48 atechnisch
♦voorbeelden:zich atechnisch opstellen • be untechnical -
49 de spoedige nadering van de lente
de spoedige nadering van de lenteVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de spoedige nadering van de lente
-
50 een atechnische benadering van de problemen
een atechnische benadering van de problemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een atechnische benadering van de problemen
-
51 een emotionele benadering vermijden
een emotionele benadering vermijdenavoid an emotional approach, intellectualizeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een emotionele benadering vermijden
-
52 een genuanceerde benadering
een genuanceerde benaderinga subtle/thoughtful approachVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een genuanceerde benadering
-
53 een heel eigen aanpak
een heel eigen aanpakhis/her 〈enz.〉 own personal approachVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een heel eigen aanpak
-
54 een thematische aanpak
een thematische aanpakVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een thematische aanpak
-
55 een vliegveld aanvliegen
een vliegveld aanvliegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vliegveld aanvliegen
-
56 een zakelijke instelling hebben
een zakelijke instelling hebbenhave a businesslike attitude/mentality————————een zakelijke instelling hebbenhave a businesslike approach, be commercially-mindedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zakelijke instelling hebben
-
57 een zeer onwetenschappelijke aanpak
een zeer onwetenschappelijke aanpakVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zeer onwetenschappelijke aanpak
-
58 emotioneel
2 [met betrekking tot emoties] emotional♦voorbeelden:1 een emotionele benadering vermijden • avoid an emotional approach, intellectualizehij is nog altijd veel te emotioneel • he is still much too emotionalII 〈 bijwoord〉1 [vol emoties] emotionally♦voorbeelden: -
59 genuanceerd
♦voorbeelden:1 een genuanceerde benadering • a subtle/thoughtful approacheen voorbeeld van genuanceerd denken • an example of balanced thinking -
60 grenzen
♦voorbeelden:1 hun tuinen grenzen aan elkaar • their gardens border on one another/are adjacent to one anothermet aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid • in all probability/likelihood
См. также в других словарях:
approach — vb 1 Approach, near, approximate mean to come or draw close (to). Approach is by far the widest in its range of application. Very often it implies a coming close in space {he left the group and appro ache dus} {the storm was approaching} Often… … New Dictionary of Synonyms
approach — I verb accedere, accost, advance, adventare, appropinquare, be in proximity, be in sight of, be in the neighborhood of, be in the vicinity of, be near, come forward, come near, confront, converge upon, draw near, edge close to, get near, go near … Law dictionary
approach — UK US /əˈprəʊtʃ/ noun [C] ► a way of doing something: an approach to sth »Their positive approach to absence management played a large part in helping the organization return to profitability. a cautious/hands on/practical approach »He is… … Financial and business terms
approach — [n1] way, means of arriving access, accession, advance, advent, avenue, coming, drawing near, entrance, gate, landing, nearing, passage, path, reaching, road, way; concepts 159,501 Ant. departure, distancing, leaving approach [n2] request,… … New thesaurus
Approach — Ap*proach , n. [Cf. F. approche. See {Approach}, v. i.] 1. The act of drawing near; a coming or advancing near. The approach of summer. Horsley. [1913 Webster] A nearer approach to the human type. Owen. [1913 Webster] 2. A access, or opportunity… … The Collaborative International Dictionary of English
Approach — Ap*proach , v. t. 1. To bring near; to cause to draw near; to advance. [Archaic] Boyle. [1913 Webster] 2. To come near to in place, time, or character; to draw nearer to; as, to approach the city; to approach my cabin; he approached the age of… … The Collaborative International Dictionary of English
Approach — »Art der Annäherung an ein Problem, besonders wirksame Werbezeile«: Das Fremdwort wurde in der 2. Hälfte des 20. Jh.s aus gleichbed. engl. approach übernommen, einer Substantivierung des Verbs to approach »sich nähern«, das über frz. approcher… … Das Herkunftswörterbuch
approach — [ə prōch′] vi. [ME aprochen < OFr aprochier < LL(Ec) appropiare < L ad , to + propius, compar. of prope, near] to come closer or draw nearer vt. 1. to come near or nearer to 2. to be like or similar to; approximate 3. to make advances, a … English World dictionary
Approach — Ap*proach , v. i. [imp. & p. p. {Approached}; p. pr. & vb. n. {Approaching}.] [OE. approchen, aprochen, OF. approcher, LL. appropriare, fr. L. ad + propiare to draw near, prope near.] 1. To come or go near, in place or time; to draw nigh; to… … The Collaborative International Dictionary of English
approach — ► VERB 1) come near to in distance, time, or standard. 2) go to (someone) with a proposal or request. 3) start to deal with in a certain way. ► NOUN 1) a way of dealing with something. 2) an initial proposal or request. 3) the … English terms dictionary
approach — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun 1 way of dealing with sb/sth ADJECTIVE ▪ conventional, orthodox, traditional ▪ alternate (AmE), alternative, different, fresh, new … Collocations dictionary